Fase

Lisa stelde deze vraag op 22 augustus 2010 om 22:00.

Goeieavond,

Bij natuurkunde stuik ik op een klein probleem in verband met fase.

Gegeven: uitdrukking elongatie y1(t)= -3sin(∏t+∏/6) (y in cm,, t in s)

HT2 (harmonische trilling 2) heeft een periode van 3s, een amplitude van 5cm en ijlt in fase ∏ na op HT1. Geef de uitdrukking van de elongatie van HT2.

= y2(t)= 5 sin (2.1t-5∏/6)

Ik vrees echter dat mijn beginfase fout is: ik heb de volgende bewerking gedaan:

φ= φ2-φ1=> -∏= φ2- ∏/6

=> φ2= -∏+ ∏/6= - 150, dit omgezet in ∏ kom ik -5∏/6 uit.

Is dit correct? Er is namelijk geen oplossing, dus ik zou het graag weten zodat ik geen eventuele fout maak op mijn examen.

Hartelijk bedankt,

Lisa

 

Reacties

Jan op 25 augustus 2010 om 22:25

Dag Lisa,

Sorry voor het wat late antwoord, maar ik was een weekje fietsen (letterlijk).

Ik ben even in de war met je terminologie. Je gebruikt het woord "elongatie". Dat zal zoiets betekenen als "verlenging" of "uitrekking" vermoed ik, maar ik ken het niet in natuurkundig verband. Even verder kom ik dan het woord "amplitude" tegen, en dat betekent dan maximale uitwijking, wat we dan mogelijk in jouw termen als "maximale elongatie" mogen lezen?

Groet, Jan

Rene op 28 augustus 2010 om 10:39

Dag Lisa,

Een probleem dat ik zie hier is dat twee trillingen met een verschillende periode nooit een constant faseverschil kunnen hebben. Soms zullen de fases overeenkomen (faseren) soms zullen ze juist tegengesteld zijn (tegenfase).

Ik denk dat de probleemstelling uit gaat van t = 0

Ik heb ook nog wat kritiek op het gebruik van 2.1 in plaats van 2pi/3, er staat namelijk niet dat de periode ongeveer 3s is.

Verder is het antwoord fout, want je bent het minteken vergeten. Een minteken betekent trouwens al een verschuiving van pi (180 graden) in fase, en toevallig is een verschuiving van 180 graden zowel vooruit als achteruit.

Het juiste antwoord was dus:

y2(t) = 5 sin (2∏/3t+∏/6)

of

y2(t) = -5 sin (2∏/3t-5∏/6)

probeer de curves te tekenen, zo kun je jezelf controleren als je er niet uit komt.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft vier appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)