Dag Lisa,
Een probleem dat ik zie hier is dat twee trillingen met een verschillende periode nooit een constant faseverschil kunnen hebben. Soms zullen de fases overeenkomen (faseren) soms zullen ze juist tegengesteld zijn (tegenfase).
Ik denk dat de probleemstelling uit gaat van t = 0
Ik heb ook nog wat kritiek op het gebruik van 2.1 in plaats van 2pi/3, er staat namelijk niet dat de periode ongeveer 3s is.
Verder is het antwoord fout, want je bent het minteken vergeten. Een minteken betekent trouwens al een verschuiving van pi (180 graden) in fase, en toevallig is een verschuiving van 180 graden zowel vooruit als achteruit.
Het juiste antwoord was dus:
y2(t) = 5 sin (2∏/3t+∏/6)
of
y2(t) = -5 sin (2∏/3t-5∏/6)
probeer de curves te tekenen, zo kun je jezelf controleren als je er niet uit komt.