Reacties
Dag Joshua,
Je bijlage is niet meegekomen helaas. Er zit een bug in de software, waardoor je bijlagen opnieuw moet toevoegen als je de verificatiecode niet gelijk goed hebt, mogelijk is dat de reden.
Een formule P=I·A is er niet.
Je benadert in gedachten het probleem een tikje verkeerd om redenerend een passende formule te vinden. Er verandert namelijk niet veel aan het rendement van je zonnecel als je die draait, denk ik. Wat wél duidelijk verandert is de hoeveelheid licht die op je cel valt, omdat je effectieve oppervlakte verandert naarmate je cel minder haaks op de richting van de lichtbundel staat. Zo is er een vrijwel rechtlijnig verband tussen I en Aeff.
Je moet het dus eerder gaan zoeken in een verband als P = (iets met hoek) x Pmax.
En dan zijn er nog wel dingen te verzinnen die dat verband overhoop kunnen gaan gooien. Misschien dat we dat eens kunnen beoordelen aan de hand van je metingen. Dus ik ben benieuwd naar je bijlage.
Groet, Jan
Hoi,
Bedankt voor de reactie!Ik hoop dat de bijlage het nu wel doet.
In mijn experiment heb ik met behulp van de stroomsterkte en spanning het vermogen berekend bij verschillende hoeken van inval. Het grootste vermogen heb ik Pmax genoemd. Zo heb ik het rendement bepaald bij verschillende hoeken van inval en deze tegen elkaar uitgezet. Ik bedoel dus het rendement dat de zonnecel heeft in een bepaalde hoek. dat verschil in rendement is wel groot. het verschilt tussen 0 en 96% bij mijn experiment.
Maar nu wil ik dat dus op een andere manier bewijzen. Aan de oppervlakte van de hoeveelheid licht die er in een bepaalde hoek is heb ik denk ik iets aan! maar hoe kan ik dat dan weer in verband brengen met het vermogen? Of kan ik berekenen als ik die A effectief heb (dus de oppervlakte waar licht op valt toch?) het rendement, zonder dat ik de stroomsterkte en spanning weet? kan ik dan gewoon net als bij vermogen Amax pakken en dan de formule voor rendement gebruiken? want dan ben ik eruit denk ik.
Groet Joshua
Ik denk dat je wel snapt hoe het (ongeveer) zit. Je moet alleen voor de duidelijkheid (voor jezelf en voor een ander) een paar dingen niet door elkaar gooien.
Er valt licht op je zonnecel. Dat zonlicht heeft een vermogen van om en nabij de 1000 W/m², tenminste, als je die vierkante meter precies haaks (90°) op de zonrichting opstelt.
Met zo'n instraling haal je bijvoorbeeld 150 W aan elektrisch vermogen uit een PV-cel . Je cel heeft dan dus een rendement van 15 %.
Hoe schuiner je je cel opstelt t.o.v. de richting van lichtinval, hoe minder zonvermogen er op je cel valt. In dat geval daalt je effectieve oppervlakte (Aeff) dus fors. Behoorlijk schuin, met een hoek van 30°, vang je nog maar 500 W zonvermogen op. (Aeff= 0,5 Acel). In theorie haal je daarmee 75 W elektrisch vermogen (en dus nog steeds 15% rendement).
Of dat allemaal precies klopt? Dat hangt van een heleboel dingen af, o.a. van het circuit dat je aan je cel hangt. Je cel heeft namelijk zelf een inwendige weerstand, die ook zo zijn invloed heeft op het vermogen dat in een uitwendige weerstand geleverd kan worden. Daar kun je een hartstikke interessant onderzoekje van maken. Vooral veel gegevens verzamelen en in grafieken zetten, dan valt er vanzelf een en ander op.
Groet, Jan