Hallo,
De volgende opgave snap ik niet, hoop dat iemand kan helpen.
De opdr komt uit de examenbundel van dit jaar op blz. 131
Een laser is een apparaat waarin een evenwijdige, monochromatische lichtbundel wordt gemaakt. In een bepaald type laser bevindt zich een buis die is gevuld met onder andere neongas.
Men laat het licht van een dergelijke lader (golflengte 633nm) op een spleet vallen.
De breedte van de spleet bedraagt 8,0*10^-5 m. Op een scherm neemt men een buigingspatroon waar.
De plaatsen van de minima zijn weergegeven in een afbeelding. ze lichten op 1, 2, 3 enz. cm van het maximum van de 0de orde.
Bereken de afstand tussen de spleet en het scherm.
Bij de antwoorden zag ik dat ze de volgende formules gebruiken:
L = Dx / tan a en sin a = labda / d
Voor Dx (D=delta) vullen ze afstand 1 cm in. Ik snap dit niet dit is de afstand van het minimum, terwijl je toch die van het maximum moet invullen??????????
Bij de volgende vraag blijkt dat de maxima op afstand van 0.5, 1, 2, 3 enz. cm van het maximum van de 0de orde liggen.
Dit vind ik raar, moeten de maxima niet altijd een regelmatige afstand tot elkaar hebben???
Alvast bedankt.
Groetjes