elektronen door een opening (vwo examen 2014-I-18)

Sanne stelde deze vraag op 08 mei 2015 om 13:11.
Zou u misschien ook naar opgave 18 willen kijken van Natuurkunde examen vwo 2014 tijdvak 1 ??http://static.examenblad.nl/9336114/d/ex2014/vw-1023-a-14-1-o.pdf

Je moet berekenen welk deel van de elektronen door de opening gaat, maar vervolgens gaan ze berekenen welk deel er juist naar de aarde gaat echt heel vreemd. Mijn klasgenoten snappen het ook niet.



Reacties

Theo op 08 mei 2015 om 13:26
In deze situatie is het van belang te realiseren dat door wegstralen van elektronen de bron (en het omhulsel waarin het geklemd zit) positief geladen wordt. Om dit te voorkomen wordt een stroom van elektronen vanaf de aarde ingestroomd om dit te neutraliseren. De stroomrichting is van bron naar aarde, de elektronenrichting van aarde naar bron.

Het aantal elektronen dat wordt toegevoerd aan de bron is gelijk aan het tekort dat ontstaat door het wegstralen van elektronen.

Stroomsterkte is lading/tijdseenheid. 1 A = 1 C/s

De stroomsterkte komt overeen met een aantal elektronen (feitelijk β– deeltjes) dat door het gaatje is weggestraald en daardoor de bron geladen positief achterlaat.

De bronsterkte is het totaal aantal elektronen dat bij verval vrijkomt, d.w.z. de activiteit.

Activiteit 2,5 . 1012 Bq, d.w.z. er komen 2,5 . 1012 elektronen/seconde uit het preparaat omdat elk kernverval 1 elektron produceert.

0,015 μA = 0,015 . 10–6 A = 0,015 . 10–6 C/s

Een elektron heeft een lading van 1,60 . 10–19 C zodat de stroomsterkte overeenkomt met een aantal elektronen van 0,015 . 10–6/(1,60. 10–19) = 9,38 . 1010 dat per seconde door de doorsnede van de draad vloeit naar de bron toe. Dit aantal compenseert het door de opening naar buiten gestraalde aantal elektronen en is gelijk aan 3,75%

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)