spanning in serieschakeling
lisabeth stelde deze vraag op 05 mei 2015 om 14:20.ik kwam tijdens het maken van een eindexamen 2014 1e tijdvak havo natuurkunde
ik had problemen met opgave 21 . hierbij moet ik de stroom door een zekering berekenen.
https://static.sslleiden.nl/alleexamens/files/HAVO/Natuurkunde/2014/I/Natuurkunde/Natuurkunde%202014%20I_opgaven.pdf dit is de opgave
https://static.sslleiden.nl/alleexamens/files/HAVO/Natuurkunde/2014/I/Natuurkunde/Natuurkunde%202014%20I_correctievoorschrift.pdf dit is het correctiemodel
het antwoord was dat er 3.5 ampere door de zekering gaat , want door elke remlicht gaat 1.75.
De stroomsterkte door één remlicht is gelijk aan 21/12 = 1.75
21 is het vermogen en 12 is de voltage. maar vraag is nu : 12 is toch niet de voltage, want spanning verdeelt zich in serieschakelingen en de remlichten staan in serie met de zekering. ?
Reacties

Je hebt gelijk dat die spanning over serieweerstanden verdeeld moet worden. Echter, zekeringen beschouwen we voor normale berekeningen, net als de draden, als gewoon weerstandsloos. Zekeringen zijn in veel gevallen ook gewoon stukjes draad, die dan echter zó berekend zijn dat ze bij gevaarlijk wordende stroomsterktes voldoende vermogen ontwikkelen (in de vorm van warmte) om zelf te smelten.

Altijd beter dat zo'n dun draadje in een afgeschermd onbrandbaar houdertje doorsmelt, dan dat de isolatie van de bedrading in je auto of huis begint te roken.....
Maar de weerstanden van zekeringen zijn als het goed is verwaarloosbaar t.o.v. die van het circuit dat ze beschermen: zou natuurlijk ook niet fijn zijn als de zekeringen in de meterkast hele procenten van je energierekening zouden gaan opsouperen.
Groet, Jan
Ik had korte vraagje over figuur 1 : zekering 1 staat parallel aan zekering 2 , klopt dat?
het is immers zo dat in een serieschakeling alle componenten dezelfde stroomsterke hebben .
In feite begint na zekering 1 een opsplitsing van stroomtakken.
Dus de stroom door zekering 1 = stroom door 2 + stroom door 3 + stroom door 4.

lisabeth plaatste:
Maar er zal dan dus geen 12 V over zekering 1 staanDe weerstand van zo'n zekering is klein t.o.v. de rest van de schakeling, de spanningsval over zo'n zekering bijgevolg ook.
Maar stel, je maakt een kortsluiting, dán is de weerstand van de rest van de schakeling ineens (nagenoeg) 0 en gaat er een heel grote stroom lopen, en is de spanningsval over de zekering ineens wél 12 V (geen verdere serieweerstanden en dus hoeft er niks meer gedeeld te worden).
Grote spanningsval keer grote stroom geeft groot vermogen, (P=U·I) , de zekering wordt heet en smelt door.
in zo een situatie (gemengde schakelingen ) vind ik het moeilijk om te berekenen hoe de spanning zich verdeelt.
want de weerstand loopt dan in serie met de remlichten en audioversterker .

ik heb even via de fallstad-applet een model gemaakt van waar ik juist veel moeite mee heb. de spanning is 5 , de weerstanden staan erbij . nu begrijp ik niet hoe de spanning zich verdeelt.
Dan weet je ook de spanningsval over de eerste weerstand: U = I x 50 ohm
De rest van de spanning staat over elk van de takken. Van de takken kun je de weerstand bepalen (zekering + versterker in serie, dus optellen), dus de stroom, dus...
lisabeth plaatste:
ik moet van de parallele draden de vervanginsweerstand vinden ,Vervolgens wordt de spanning verdeeld naar rato van weerstand verdeeld over die Rv en de weerstand van die hoofdzekering.
Alleen is in je sommetje nu de weerstand van die hoofdzekering véél te hoog genomen om een realistische waarde te geven.
Even een ruwe berekening aan zo'n standaard ouderwetse smeltzekering voor huisinstallaties

en dan kom ik voor de weerstand van zo'n ding in de buurt van de 0,01 Ω