systeembordopdrachten
Martin stelde deze vraag op 07 maart 2010 om 12:51.Ik heb geen idee hoe ik deze opdrachten moet maken, kan iemand mij op weg helpen???
11. Klimaatregelaar kamer
In een woonkamer wordt de temperatuur geregeld met een waterradiator. Als de temperatuur >20 graden is gaat hij uit. Maar als de temperatuur te hoog blijft, bijvoorbeeld doordat het buiten erg warm is, dan moet een ventilator worden ingeschakeld.
Ga ook na hoe de instellingen van dit systeem moeten zijn om te zorgen dat de temperatuur rond de 20 graden blijft schommelen.
12. Inbraakalarm
Een kantoor is beveiligd tegen inbrekers met een speciaal systeem. In het alarmsysteem worden drie ingangssensoren toegepast:
1. handbediende schakelaar om systeem aan te zetten (aanknop plus uitknop)
2. een lichtsensor, die beschenen wordt door een laserstraal
3. een contactschakelaar in de deur naar de meterkast, waarin de elektronische bediening van het systeem zich bevindt. Deze is ingedrukt als de deur dicht is.
Het alarm (LED blijft branden) moet in werking treden als:
- het systeem is ingeschakeld en wanneer bovendien
- ofwel de lichtsensor iemand waarneemt
- ofwel de deur van de meterkast wordt geopend
13. Lift (drie S-borden nodig)
Een lift mag alleen vertrekken wanneer de deur gesloten is en wanneer hij niet te zwaar belast wordt.
Op de ene deur zit een magneetje op dezelfde hoogte als een reed-relais op de andere deur. Hiermee is te controleren of de deur dicht zit. De belading wordt gemeten met een krachtsensor (kun je simuleren met een lichtsensor). Het gebouw van de lift heeft een begane grond en een eerste verdieping.
Wanneer drukschakelaar 2 wordt gebruikt wordt de deur gesloten en gaat de lift naar de eerste verdieping (LED2 ingeschakeld en deze blijft ingeschakeld als de knop wordt losgelaten).
Wanneer schakelaar 1 wordt gebruikt gaat de lift naar de begane grond (LED1). De "deur" wordt met de hand met een magneet gesloten.
Reacties
Ga bij elke vraag na wat er bij de invoer, verwerking en uitvoer moet staan. Hier moeten componenten staan zoals een sensor bij de invoer. Als je de individuele functies van elke component kent kan je nagaan welke je voor een bepaalde schakeling nodig hebt. Als je ze daarna op een rijtje zet kun je door middel van een beetje puzzelen uitvogelen hoe ze achter elkaar moeten staan.
Kijk bijvoorbeeld eens hiernaar:
bij 12 schreef je:
Het alarm (LED blijft branden) moet in werking treden als:
- het systeem is ingeschakeld en wanneer bovendien
- ofwel de lichtsensor iemand waarneemt
- ofwel de deur van de meterkast wordt geopend
De LED moet blijven branden ( je zal dus een geheugencel nodig hebben). Ook moet OF de lichtsensor OF de deur van de meterkast voor een hoog signaal zorgen. Hier zal dus een OF-poort moeten komen.
Zo kun je voor elke eigenschap die aan het systeem gesteld wordt een bepaalde component zoeken die aan die eis voldoet.