Hallo,
Wij moeten voor natuurkunde een po maken, onze onderzoeksvraag is: Is er een verband tussen de viscositeit van suikeroplossingen met verschillende concentraties en temperaturen? Om deze vraag te beantwoorden laten wij een kogeltje vallen in een suikeroplossing zodat wij de viscositeit kunnen berekenen. Dit doen we d.m.v de wet van Stokes( Fw=6*pi*n*r*v).
Alleen hebben wij hierbij een probleem. De snelheid van het kogeltje wordt na een bepaalde afstand constant, Fz is dan gelijk aan Fw+Fo. Hoe bereken je vanaf welke afstand het kogeltje een constante snelheid krijgt?