Hallo iedereen,
ik zit met 2 vraagstellingen waar ik niet geheel uitkom. Ik heb zelf wel al een idee van wat de antwoorden moeten zijn, maar ik moet het zeker weten. Corrigeer me als ik iets verkeerd doe.
1. Bal drijft op het water. Iemand duwt hem onder water en houdt hem stil.
Is de opwaartse kracht van het water, spierkracht of de zwaartekracht het grootst?
Ik dacht de opwaartse kracht, omdat de zwaartekracht samen met de spierkracht naar beneden duwen: die zijn samen verdeeld over de kracht die de opwaartse kracht alleen zal moeten leveren (omhoog). Klopt het wat ik zeg?
2. Een kist wordt met een horizontale kracht vooruit getrokken. De kist staat op het punt te gaan bewegen, als de trekkracht 40 N is. Hoe groot is de wrijvingskracht tussen de kist en de grond?
Ik denk kleiner dan 40 N, omdat de kist dan vooruit kan komen. Maar hij staat op het punt te gaan bewegen. Is het dan niet 40 N?
Alvast bedankt voor de hulp!