Constante snelheid van regendruppels

Alette stelde deze vraag op 14 februari 2010 om 16:11.

Hallo,

ik heb binnenkort tentamens, maar iets is me nog niet helemaal helder.

Stel dat er regendruppels met een constante snelheid uit de hemel vallen en het windstil is. Waardoor komt dat?

A) tegenwerkende kracht is evengroot als de zwaartekracht op de regendruppels.

B) de zwaartekracht is zodanig dat de snelheid van de regendruppels niet groter wordt dan 20 m/s.

C) massa van de druppels is zo klein, dat de zwaartekracht veel te klein is.

Volgens mij is het antwoord A, maar ik weet het niet zeker.

Weet iemand het zeker en waarom?

Alvast bedankt!

Alette.

Reacties

Jan op 14 februari 2010 om 16:56

Dag Alette,

Ja het is A, en ja, ik weet het zeker, en het waarom staat precies in antwoord A.

Een voorwerp houdt een constante snelheid (NB: 0 m/s is eventueel  óók een constante snelheid) als de NETTOkracht op het voorwerp 0 N is.

De zwaartekracht op de druppel verandert niet (alla, niet meetbaar) tijdens een val. De snelheid wordt dus groter en groter. Alleen, luchtwrijvingskracht neemt toe met het kwadraat van de snelheid. Tijdens de val wordt de luchtwrijvingskracht dus groter en groter. Er komt een moment dat die luchtwrijvingskracht even groot wordt als de zwaartekracht. Dan is de nettokracht dus 0 N geworden, de versnelling dus ook 0 m/s², en blijft vanaf dat moment de snelheid dus constant.

B) is onzin, want zolang er een nettokracht is, is er een versnelling, en C) is onzin en dat wist Galileï al.....

Duidelijk zo?

Groet, Jan

Alette op 14 februari 2010 om 17:06

Beste Jan,

ik begrijp het! Hartstikke bedankt!

Groetjes,

Alette.

Celtic op 14 februari 2010 om 22:40

De kracht omlaag is gelijk aan m x g. g=valversnelling, m=gewicht v.d. druppel. De kracht omhoog is gelijk aan de luchtweerstand en deze is k x v. k is de vrijvingsconstante en v de snelheid. Als de kracht omhoog gelijk is aan de kracht omlaag is er geen vernelling dus als v = m x g / k en dit zijn 3 konstanten dus is v ook konstant.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft negenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)