Dag Alette,
Ja het is A, en ja, ik weet het zeker, en het waarom staat precies in antwoord A.
Een voorwerp houdt een constante snelheid (NB: 0 m/s is eventueel óók een constante snelheid) als de NETTOkracht op het voorwerp 0 N is.
De zwaartekracht op de druppel verandert niet (alla, niet meetbaar) tijdens een val. De snelheid wordt dus groter en groter. Alleen, luchtwrijvingskracht neemt toe met het kwadraat van de snelheid. Tijdens de val wordt de luchtwrijvingskracht dus groter en groter. Er komt een moment dat die luchtwrijvingskracht even groot wordt als de zwaartekracht. Dan is de nettokracht dus 0 N geworden, de versnelling dus ook 0 m/s², en blijft vanaf dat moment de snelheid dus constant.
B) is onzin, want zolang er een nettokracht is, is er een versnelling, en C) is onzin en dat wist Galileï al.....
Duidelijk zo?
Groet, Jan