Weerstand impedantie van een spoel

Bas stelde deze vraag op 04 januari 2010 om 17:43.
Hallo, 

Voor mijn PWS Natuurkunde moet ik kunnen berekenen hoe groot de stroomsterkte door een spoel (bij gegeven spanning) is. Daarvoor moet ik de weerstand van die spoel dus bepalen. 
Nu is de grootte van de weerstand, opgetreden als gevolg van zelfinductie - mijn natuurkundeboek noemt dit de wisselstroomweerstand ZL - te bepalen volgens:
  • ZL =ωL, met L de coefficient van zelfinductie en ω de hoeksnelheid van de wisselspanning: 2πf 
De coefficient van zelfinductie is voor een spoel te bepalen met
  • L = N2μA / l, met N het aantal windingen, μ de absolute magnetische permeabiliteit van de kern, A de doorsnede van de spoel en l de lengte van de spoel
Daarnaast heb je nog de weerstand van de draad van de spoel. Is de totale weerstand nu de impedantie, die te bepalen is zoals hieronder staat?
  • Z = √(R2 + ZL2) = √(R2 + ω2L2)
Waarbij R dan de weerstand van de draad van de spoel zou zijn.
 
Alvast hartelijk bedankt!
 
 

Reacties

JB op 05 januari 2010 om 12:42
Lijkt me in orde zo. Hoe kom je trouwens aan de formules?
JB op 05 januari 2010 om 13:11

De impedantie Z definieer je in dit geval dan als de verhouding tussen de amplitude van de spanning V en de amplitude van de stroom I. V= V0sin(ωt) , I=I0 sin(ωt+φ) , Z = V0/I(φ is een fasehoek).

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zes appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)