Magnetron

Peter stelde deze vraag op 23 november 2009 om 22:20.
Beste vraagbaak,

Wij doen ons profielwerkstuk over de magnetron. Hierbij berekenen wij de snelheid van de straling met behulp van chocola. als je de chocola opwarmt in de magnetron( zonder draaimechaniek) dan onstaan er smeltpunten. Hoe bereken je hieruit de snelheid van de straling? en is dit heel nauwkeurig ofniet?
Voor de rest vroegen wij ons ook nog iets anders af. Zijn er nog meer factoren in de magnetron die te meten zijn met behulp van een aantal proefjes?

Alvast bedankt,
Peter en Hieu

Reacties

bert op 23 november 2009 om 23:03
Denk aan staande golven.

Op de magnetron zit een sticker waarop de frequentie van de elektromagnetische straling staat.

Bert
Jan op 23 november 2009 om 23:39
Dag Peter en Hieu,


Wat je met die chocola gaat proberen te bepalen is de golflengte van die straling. Zoals Bert zegt lees je dan de frequentie af van het etiket. De nodige formule vind je dan in BINAS tabel 35 B2

Als je het héél netjes doet kom je een  klein beetje lager uit dan 299 792 458 m/s (de lichtsnelheid in vacuüm) .

Er zitten echter technische addertjes onder het gras: magnetronfabrikanten houden niet van "hotspots" in hun magnetrons (omdat het heel vervelend is om, bijvoorbeeld, een uit de vriezer komende appeltaart deels nog bevroren en deels zwartverbrand uit de magnetron te krijgen). Draaitafels verhelpen dit maar ten dele. En ze halen dus truukjes uit om die staande goven die hotspots veroorzaken zoveel mogelijk te beperken. Sommige magnetrons hebben met dit proefje dan ook al heel gekke resultaten opgeleverd. Mocht je dus idiote lichtsnelheden vinden, geef dan niet Einstein de schuld, maar geef de fabrikant een schouderklopje.

Groet, Jan
Peter op 30 november 2009 om 21:36
Dankuwel voor de hulp en informatie. Ik denk dat we hier wel wat meekunnen.  Als we weer tegen problemen oplopen, dan hoort u nog wel van ons.

Groetjes,
Peter en hieu

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)