Tank op hoogte

Jay stelde deze vraag op 03 oktober 2009 om 12:15.
Voor een schoolproject in Ghana moeten we berekenen hoe hoog een Tank moet komen om voldoende uitstroming te geven en ook druk. men vindt 1,5 bar nog acceptabel.
Nu hebben we geleerd, dat de oppervlakte voor de druk niets uit maakt (weet niet voor uitstroming). De tank komt op een plateau te staan. Kan ik voor de hoogte, de totale hoogte nemen, dus hoogte tank+hoogte plateau, of zijn hier verschillende methoden voor. Ik kan hierover niks vinden op internet!
De uistroom opening is 25,4 mm (1 inch).
Als er meer informatie nodig is, dan hoor ik het wel.
Ik hoop dat iemand mij hiermee verder kan helpen....

Alvast bedankt! Jay.


Reacties

Jan op 03 oktober 2009 om 15:50
Dag Jay,

Met hoogte wordt bedoeld het hoogteverschil tussen het wateroppervlak in de tank en het punt waar de uitstroom plaatsvindt. Als de druk aan het uitstroompunt 1,5 bar moet bedragen: kun je uitrekenen hoe hoog een waterkolom moet zijn om met een druk van 1,5 bar (overdruk neem ik aan) op de bodem van de kolom te drukken?

Ik denk overigens dat naast die druk minstens zo belangrijk is hoeveel liter per minuut (debiet) er uitstroomt.
Dan komt het volgende probleem: Die 1,5 bar (over?)druk aan het uitstroompunt geldt dan alleen nog maar zonder stroming. Stromend water in een leiding ondervindt weerstand. Dus zodra je de kraan aan het eind van een slag openzet kan die druk dus fors dalen. Hoe langer en hoe dunner je slang, hoe minder debiet dat je overhoudt.

Leuk om 1,5 bar overdruk in je tank te hebben, maar als er aan het tappunt verderop nog maar druppelsgewijs water uit de kraan komt is een ontwerpaanpassing gewenst.......

Google eens met Bernoulli? Misschien is het overigens op jouw niveau niet nodig om hiermee te kunnen werken? Dan zijn er nog wel nomogrammen te vinden waarmee je voor verschillende drukverschillen, leidinglengtes en -diameters bij benadering het debiet kunt aflezen.

Groet, Jan
Jay op 04 oktober 2009 om 10:32
Hallo Jan van de Velde,

Bedankt voor uw reactie. Wat ik niet snap is hetvolgende. Ik heb plaatjes gezien van een zwarte tank op een plateau. Eigenlijk net als in Nederland met de watertorens. Ik ben er wel eens in geweest en daar zit een grote tank in op grote hoogte. Dus hoogte 1 (Plateau) + hoogte 2 (tankhoogte). Als alleen de tankhoogte uitmaakt, waarom dan de tank op een hoog plateau zetten?

De debiet is normaal ook wel van belang, maar ik denk dat het hier niet van belang is. De aftapkraan zou onder aan het plateau komen, zo'n 10m lager uit een 1 inch pijp (10m is een schatting van mij). Een schatting is, dat er genoeg water uitzal komen. Ik zal de nomogrammen bekijken (ik wist niet dat die zo heten. Zat aan monogrammen te denken..) en zien wat de weerstand is. Er moet goedkoop gewerkt worden, dus het zal wel PVC zijn, als het daar te krijgen is.

Mijn vraag wat betreft hoogte is nog steeds niet beantwoord of door mij begrepen. Misschien nog een poging van iemand?

Groet, Jay
Jan op 04 oktober 2009 om 11:09
Dag Jay,

Je zei zelf al zoiets als "dat oppervlakte niet uitmaakt voor druk", en daarmee bedoel je dat het voor de druk onderin een vloeistofkolom niet uitmaakt wat de doorsnede van die vloeistofkolom is.

De hoogte van de tank als fysieke vat is dus inderdaad niet van belang, het gaat slechts om het hoogteverschil tussen het vloeistofniveau in die tank ten opzichte van de hoogte van het aftappunt.



de hydroSTATISCHE statische druk (dwz de druk zonder stroming) is in beide gevallen gelijk. Bij gelijke opening van de klep zal er in de rechtse situatie meer water uitstromen (groter debiet) dan in de linkse situatie, simpelweg omdat het water in die dunne leiding meer weerstand ondervindt. Maar dan heb je een hydroDYNAMISCH systeem.

In jouw geval is het niet zo van belang van welk materiaal je die leiding maakt. Als het tappunt direct onder de tank zit gaat het sowieso om een korte leiding, en als je dan een stalen leiding zou pakken en het debiet bepalen met een nomogram voor PE-leidingen maak je een fout die in de praktijk in dit geval verwaarloosbaar is.

Groet, Jan
Jay op 04 oktober 2009 om 12:23
Hallo Jan,

Nogmaals bedankt voor de uitleg. Ditmaal, dankzij de tekening, is het duidelijk. Dan wordt het nog hoger schat ik. Misschien dat de uiteindelijke uitwerking (tank in Ghana) anders is, dan wat wij hebben opgekregen. Nu snap ik waarom de watertorens in Nederland zo hoog zijn!

Heel veel dank, en ik ga er meteen mee aan de slag!

Groet, Jay
Jan op 04 oktober 2009 om 13:20
Jay, 4 okt 2009
Nu snap ik waarom de watertorens in Nederland zo hoog zijn!


Als je goed gerekend hebt, voor 1,5 baro (bar overdruk) ongeveer 15,5 meter :-)

Daarom wordt er voor het gemak in deze bedrijfstak veel met de drukeenheid mwk (meter water kolom) gerekend.

Groet, Jan
Jay op 04 oktober 2009 om 13:42
Hallo Jan,

Blijkbaar heb ik een reken- of denkfout gemaakt. Ik kwam uit op ongeveer 25 meter, maar met uw antwoord had ik al weer iets bedacht. Klopt het, dat ik de druk die op aarde heerst (1013mbar) bij het antwoord moet optellen en daar door lager uitkom in bar? Zeg maar 1+0,5 bar?

Groet, Jay
Jan op 04 oktober 2009 om 14:32
De normale atmosferische druk duwt zowel op het wateroppervlak bovenin de tank als tegen het water dat onder uit je tappunt wil stromen.


naar beneden drukt Patm + Pwater
terug naar boven drukt : -Patm

De nettodruk is dus Patm + Pwater - Patm = Pwater :-)

Vandaar dat men bij drukken het meestal heeft over OVERdruk in plaats van over absolute druk. In absolute termen drukt er bij een watertoren van 15 m hoog aan de binnenkant van de klep inderdaad ongeveer 1,5 barwaterdruk  + 1 bar omgevingsdruk= 2,5 bar absolute druk.
Maar ja, zodra je de klep openzet doet de omgevingsdruk ook gewoon mee de andere kant op, zodat je eigenlijk gewoon 1,5 bar OVERdruk hebt (dwz 1 bar meer dan de omgevingsdruk, die toch alle kanten op werkt en dus zichzelf weer opheft).
Dat zie je in eenheden vaak afgekort als  baro of ato (met de o van overdruk)

(Patm mag je bovenin je watertoren gelijk stellen aan Patm bij het tappunt. Het drukverschil als gevolg van die 15 meter extra LUCHTkolom aan dat tappunt is verwaarloosbaar in de praktijk, ongeveer 2 mbar)

duidelijk?

(je wordt nog een hele hydrostaticatechneut op deze manier :-) )

Groet, Jan
Jay op 04 oktober 2009 om 15:32
Hallo Jan,

Iedereen mag mij een studiebol of wat dan ook vinden, maakt mij niets uit. Ik hoor dat zo vaak in de klas en denk dan dat het jaloezie is.
Mijn gedachte was dus goed. Ik wil graag weten waarom iets is zoals het is. U hebt dat goed uitgelegd. Of ik hydrostaticatechneut wordt, denk het haast niet. Maar een brede interesse geeft je wel meer mogelijkheden.
Ik heb in ieder geval een goed antwoord, met uitleg en plaatjes :)

Bedankt en misschien tot een volgende keer.

Groet, Jay

Jan op 04 oktober 2009 om 15:56
Dag Jay,

Goed standpunt, als je iets doet, doe het dan goed, of in elk geval binnen je mogelijkheden zo goed mogelijk. Heeft m.i. niks met "studiebol" te maken.

Heb je overigens een bruikbaar nomogram gevonden, en kun je ermee overweg?

Groet, Jan
Jay op 04 oktober 2009 om 18:57
Hallo Jan,

Ik heb er meerdere kunnen vinden en allemaal in het Engels. Hier eentje welke niet zo moeilijk lijkt" http://www.jains.com/Designtechnical/flownomogram%20poly%20pipes.htm
Ik mis alleen wat gegevens om in te vullen.
Veld A is bekend, nl 1" en dat is 25mm. Veld B en C weet ik niet en weet ook niet wat gemiddeld genomen mag worden. Veld D zal wel de weerstand van de pijp zijn en daarvan de afname per meter over 100m pijp gerekend. Alleen is me dat niet helemaal duidelijk, mdat dat in 'm' is. Over gradiënt was het woordenboek ook niet duidelijk...

Groey, Jay
Jan op 04 oktober 2009 om 20:07
Zie hieronder, groene lijn.



In zo'n nomogram moet je twee bekenden/eisen kennen (want twee punten bepalen een lijn). Ik heb als uitgangspunt genomen de 25 mm inwendige diameter, en ik heb de "eis" verzonnen dat er aan het tappunt een debiet van 50 liter per minuut beschikbaar moet zijn. Ik lees nu af dat de stroomsnelheid in mijn leiding daarbij ongeveer 1,3 m/s zal gaan bedragen (zou je nog zelf kunnen berekenen met de doorsnede van je leiding en het debiet van 50 L/min, maar dat kun je hier direct aflezen.)

Die gradiënt ten slotte heeft alles met druk(verschil) te maken.
Je kunt dat lezen als mwk (meter waterkolom) drukverschil dat nodig is om bij je gekozen debiet en diameter de stromingsweerstand in 100 m leiding te overwinnen. Je ziet hier dat bij deze keuzes je per 100 m leiding ongeveer 10 mwk (ca 1 bar) druk zult verliezen. Voor die ongeveer 10 m uit je tank vandaan dus een verwaarloosbare 0,1 bar van de 1,5 die je ter beschikking hebt. Je leiding is dus meer dan ruim zat. (voor 5 emmers per minuut),

Dit is trouwens nog geen goede benadering. Er zal ook drukverlies optreden waar het water je pijp instroomt, onderin zal het ongetwijfeld een hoek om moeten, en er zal daar beneden nog een kraan zitten. Al die "appendages" hebben zo hun eigen weerstand.

Hier vind je een lijstje met wat vuistregelwaardes:

http://www.engineeringtoolbox.com/resistance-equivalent-length-d_192.html


De eenheid is "equivalent length". Als je even meezoekt, dan heeft een 90° elbow (NL: knie) voor een 1-duims leiding een equivalente lengte van 5,2 m, en een globe valve (NL: kogelkraan, kogelklep, kogelafsluiter) een equivalente lengte van 29 m.
Tel dat bij elkaar op, en nou blijkt dat je 10 m leiding met 90° knie en afsluiter bij elkaar een weerstand hebben die vergelijkbaar is (equivalent is) met de weerstand in een kale rechte leiding zonder poespas van 10 + 5 + 29 = 44 m (ja, die appendages hakken er nogal in) .

Bij de eisen die we stelden (pijp 25 mm, debiet 50 L/min) moet je dus rekenen met 44 m leidingequivalent. het nomogram geeft een leidingverlies van 10 mwk/100 m = 4,4 mwk/44 m. Je watertoren geeft een druk van 15 mwk, dus er is geen enkel probleem om aan de ontwerpeisen te voldoen. Je zou desnoods je leiding dunner kunnen kiezen. (want je hebt 15 mwk per 44 m ofwel een gradiënt van 100/44 x 15 = 34 mwk/100m ter beschikking.
Verleng de gradiëntschaal een beetje en je ziet (paarse stippellijn) dat je met een beschikbare gradiënt van 34 m/100m en een vereist debiet van 50 L/min aan een ¾" leiding nog net genoeg zou hebben (de equivalente lengte van de appendages wordt trouwens dan ook weer ietsje gunstiger).

Je zou óók kunnen zeggen, (want dat nomogram werkt alle kanten op, en nou word je écht ingenieur.....) is voor 50 L/min eigenlijk wel een watertoren van 15 m hoog nodig? Want eentje van 10 m zal denkelijk een stúk goedkoper uitkomen..........
Maar misschien heb je andere ontwerpeisen? 100 L/min of nog meer?

Veel plezier met je puzzel.....

groet, Jan

Bijlagen:

Gianni op 09 april 2023 om 10:18
Beste Jay en Jan,

Met veel interesse en plezier las ik vandaag jullie uitwisseling over de theoretische denkstof m.b.t. een watertoren. Ik wil hier graag een gerelateerde vraag toevoegen. Eerst leg ik even uit wat de functie en het doel van de vraag is.

Om metaal opzettelijk onder druk te laten vervormen, hebben wij in het verleden gewerkt met luchtdruk en hiervoor ook al eens met success waterdruk gebruikt. Als de verhoudingen van het gesloten volume in verhouding tot de dikte van het metaal het toelaten, is de omgevingsdruk meestal al voldoende om met een simple pomp onderdruk in het volume te creëren zodat de wanden door de overdrukt van de atmosfeer gaan vervormen. Iets dat in de meeste technische toepassingen ongewenst is, is in ons geval dus het doel.

Worden echter de volumes kleiner en de relative dikte van het staal daarmee hoger, dan moet het geheel in een drukvat gebeuren om soms tot 6 bar luchtdruk op de buitenkant te laten inwerken om een vergelijkbaar resultaat te krijgen.

Nu is de vraag naar een groter volume ontstaan met dikkere wanden. Omdat dit niet meer in het drukvat past, vroeg ik me af of we hier niet gewoon het watertoren principe kunnen toepassen. Gesloten volume (gevuld met water) op een hoogte hebben staan, en een uitstroom (gevuld met water) aan de voet van de toren. Hoeveel meter waterkolom is er dan onder het volume nodig om 4-6 bar overdruk te laten inwerken op de wanden van het volume?
Jan van de Velde op 09 april 2023 om 11:08

Gianni

 Gesloten volume (gevuld met water) op een hoogte hebben staan, en een uitstroom (gevuld met water) aan de voet van de toren. Hoeveel meter waterkolom is er dan onder het volume nodig om 4-6 bar overdruk te laten inwerken op de wanden van het volume?

 als ik dit goed lees zou je een waterkolom onder een vat willen hangen zó dat er over de wand van het vat een drukverschil van 4-6 bar ontstaat, met verder alleen de buitenlucht aan de buitenzijde van dat vat. Ruwweg dit idee:



Dat wordt'm niet :-( 

Maximaal drukverschil wordt ongeveer 1 bar. De waterkolom wordt hoogstens een meter of 10, met daarboven een vacuüm, 0 bara. Toren hoger maken helpt niet, dan heb je bijvoorbeeld een pijp van 60 m met daarin 10 m water en 50 m vacuüm. Maar dat verandert niks aan die 0 bara. 

Is dit niet wat je bedoelt, dan ga je je idee een beetje duidelijker moeten maken. 

Groet, Jan
 

Theo op 09 april 2023 om 11:11
druk = soortelijke massa x hoogte x gravitatieversnelling = ρhg
Vandaar dat als je dit voor water invult de luchtdruk (1 atmosfeer, 105 Pa) de buitenlucht water tot ca. 10 m kan opduwen. Wat voor zuigkracht je ook uitoefent: bij 10 m stopt het. Op de bodem drukt water met 1 atm en duwt de lucht ook met 1 atm: stilstand.
Bouw jezelf een kolom gevuld met water dan geeft 10 m hoogte een druk van 1 atm en 60 m een druk van 6 atmosfeer.
Gianni op 09 april 2023 om 12:16
Hallo Jan en Theo,

Dezelfde gedachte omgekeerd is dan om zo'n volume (tank) onderwater te duwen of trekken. Bij 50 meter diepte drukt er dan 1 atm lucht plus 5 van het water (= 6 atm in totaal) op het volume. Het doel is dus om op een een of andere manier over het stilstand-punt heen te komen (in de vrije natuur) en daarmee het vervormingspcoress in gang te zetten, zonder een drukvat met nodige beperkingen en gevaren te moeten gebruiken.

Ik dacht daarom heel eenvoudig, waterkracht is sterker, water kan niet comprimeren, dan wint uiteindelijk het water door deze eigenschappen en het gewicht, het altijd van de weerstand van lucht. Maar ik zie nu in, dat het met water een lastigere formule gaat worden om dit in de vrije natuur als experiment te realiseren.

Een voorbeeld van zo'n vergelijkbaar volume in het groot staat overigens bij de TU in Delft [zie foto]. Hierin ligt de oorsprong van mijn vraag: "Kan dit met water en hoogte verschil niet ook gedaan worden?" Wat een oer Nederlandse vraagstelling trouwens :-)

(https://www.delta.tudelft.nl/article/de-implosion)
Theo de Klerk op 09 april 2023 om 12:32
Ik weet niet hoe je steeds om het probleem heen zit te denken. Alles kan om iets in te drukken zolang de druk van buiten maar groter is dan van binnen. Dan kreukelt een blikje. Je ziet het vaak al aan half-volle plastic flessen die door veranderende temperatuur en luchtdruk  ineens een onderdruk hebben en de fles indeukt. Dop losdraaien en alles herstelt zich weer.

Om iets met 6 atm druk in te drukken gaat alleen lukken als het in te drukken (hol) voorwerp een druk van minder dan 6 atm heeft en de wanden de buitendruk niet kunnen weerstaan. Waar je die buitendruk vandaan haalt:
  • zuigers die onder stoomdruk worden bewogen - soort stoommachine
  • hoge lagen water (een cilinder van een paar centimeter diameter is al genoeg: de druk ontstaat door de hoogte, niet de breedte)
  • anderzins
is niet belangrijk.
Dus 50 meter onder water geeft ook 5 atm waterdruk (+1 atm luchtdruk) - reden waarom duikboten voor grotere diepte enorme drukken moeten weerstaan om niet geplet te worden. 
Voor een kwikbad heb je 13x minder diepte/hoogte nodig.

Take your pick:  ρhg bepaalt de druk van een vrije (vloei)stof. En mechanisch kun je van alles bedenken om kracht/oppervlak (=druk) elke waarde te geven die je zoekt.

De TU Delft heeft waarschijnlijk dat voorwerp gewoon zo laten vormgeven. daar is geen druk zoals jij bedoelt bij te pas gekomen.
Jan van de Velde op 09 april 2023 om 13:05

Gianni

..//.. zonder een drukvat met nodige beperkingen en gevaren te moeten gebruiken.

 een put van 60 m diep gevuld met water is toch ook een drukvat? 

Veilige vaten voor 6 baro zijn niet zo ingewikkeld hoor: een champagnefles is daarvoor gemaakt, en we lopen niet allemaal met een wijde boog om elke fles champagne heen. 

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft vijfentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)