universum

Emile stelde deze vraag op 07 september 2009 om 11:49.
Ik heb een stelling maar ken niemand met voldoende kennis om mijn ongelijk te bewijzen.


licht is een heel klein deeltje dat heel snel gaat
kan je sneller dan dat deeltje ?
nee dat kan niet. Zels als we ons hele universum in een stipje stoppen heb ik net niet genoeg energie om dat stipje even snel te laten gaan als lichtsnelheid ....

Kijk naar het begin van ons universum en je ziet een stipje
dat stipje heeft hele rare eigenschappen ....

Wil je weten wat ik denk dat het is ?

Het is een lichtdeeltje dat zojuist onder de lichtsnelheid is gekomen waardoor haar potentie aan energie vrij komt.

Hoe kan een lichtdeeltje onder de lichtsnelheid komen?
Dat kan alleen als de ruimte te klein wordt ....

Kijk als het universum straks sterft over een paar triljoen jaar
denken we dat er een gigantische ruimte over blijft ....

Mischien is dat niet juist ..
Mischien moet je het idee loslaten dat ruimte afstand is

Als ruimte een eigenschap van materie is kunnen we alles oplossen:

1 Materie vervalt = ruimte verdwijnt
2 licht wordt aangetrokken door materie

Beeld deze 2 regels in en zie nu het stervende universum
Overal zie je gaten ontstaan .. materie vervalt en ruimte verdwijnt.
Nu hebben we gelukkig licht ... dat trekt zich niets aan van de verdwijnende ruimte en zet gewoon koers naar de volgende ruimte/materie....
Dat gaat zo een tijdje door tot we nog 1 plukje materie hebben ...
En nu gebeurt er een wonder ..
als het laatste overgebleven fotoon licht zich in de laatste ruimte bevindt en de materie van deze ruimte vervalt .... waar kan het licht nog heen?
Nergens. het zit gevangen en er rest nog maar 1 ding nu de de grenzen van de ruimte zich rond haar sluiten ..
Ze vertraagt.
En het moment dat ze vertraagt wordt een nieuw universum geboren .. in een enorme uitbarsting

Wat vinden jullie van die stelling?
Vriendelijke groet,
Emile Lodeizen

Reacties

Joep op 08 september 2009 om 01:08
Hallo Emilie,

Ik vind dat je goede vragen stelt. Ik weet niet of ik het eens ben met stelling 1: materie vervalt dus ruimte vervalt.

Als materie vervalt komt er wel energie kwijt. Vinden we uiteindelijke alles weer terug in één punt? Wat blijft er dan over materie of energie? of kunnen we het verschil dan niet meer beschrijven?

Helaas heb ik geen wetenschaps filososfie gestudeerd. Welke mensen hebben hier wat over gezegd?

Wie vult aan?

Groet,
Joep
Emile op 13 december 2009 om 01:52
Tja,  niemand reageert, behalve jij Joep.

Het is ook een beetje te vreemd ,waarschijnlijk. Iedereen zit vast in het idee dat ruimte afstand is.

Maar onze natuurkundigen komen maar niet verder, en ze zien nu ook al rare dingen in de ruimte:
  • 74% donkere energie: baryonen
  • 22% donkere materie
  • 4% normale materie
  • Niemand beseft dat je het hier hebt over eigenschappen van ruimte en niet over iets 'onmeetbaars' in de ruimte!

    Lees dit artikel maar eens en denk nog eens na over mijn idee dat ruimte uitgestraald wordt door vervallende materie:

    http://www.kennislink.nl/publicaties/natuurconstante-toch-niet-constant

    Ik heb de hoop allang opgegeven dat er iemand is die me begrijpt :-) Toch denk ik gelijk te hebben!

    Maar jaa,
    ze dromen liever over 16 dimensies en allemaal rare snaartjes :-)

    Groet,
    Emile

    Emile op 24 januari 2011 om 22:57

    Heb je het artikel gelezen (link in vorige post) ?

    Er staat dus dat electronen wel degelijk aan het instorten zijn naar hun kern toe!

    "Er is een indicatie gevonden dat deze massaverhouding kleiner is geworden met 0,002% in de afgelopen twaalf miljard jaar."

    Even rekenen ...

    12 miljard jaar = 0.002 %

    120 miljard jaar = 0.02 %

    1200 miljard jaar = 0.2 %

    12000 miljard jaar = 2 %

    120000 miljard jaar = 20 %

    600000 miljard jaar = 100 %

    600.000.000.000.000 jaar

    oftewel, een universum wordt maar 0,006 triljoen jaar oud!
    Dan is alle materie weer vervallen.

     

    Theo op 25 januari 2011 om 00:24

    Deze beschrijvingen en experimenten bevinden zich aan de frontlijn van de astronomie/kosmologie/natuurkunde/astrofysica.

    Of het klopt wat men beweert of niet daar durf ik als simpele fysicus geen uitspraak over te doen. Natuurkunde is een vak dat pas in de Renaissance en daarna een vlucht heeft genomen toen men afstapte van alleen filosoferen (Aristoteles & friends) en pas iets wilde aannemen als het ook aangetoond kon worden. En toen ging het ineens snel "exacter" en minder "zweverig". Het ging helemaal snel na de technologische revolutie rond 1850.

    En zo zijn regelmatig gevestigde theorieen onderuit gehaald die men tot dan toe voor zoete koek aannam. Bij gebrek aan betere alternatieven of meetmethoden. We dachten een ether nodig te hebben voor wat later electromagnetische straling bleek, die zichzelf in vacuum kan voortplanten. Exit ether (behalve bij de omroep).

    Wat je momenteel leert op school zijn de inzichten van vandaag en gisteren. Wat men in 1900 leerde over het heelal is banale onzin in het licht van vandaag (kijk maar eens in oude sterrenkunde boeken bij de Slegte). Maar het was toen het beste van wat men wist. Misschien zullen je kinderen ook ooit beweren dat een deel van wat jij nu leert toch echt onzin is in het licht van de kennis van 2070.

    Een frapant voorbeeld: de Zon. De Zon zou aanvankelijk gigantische hoeveelheden koolstof verbranden (waar is de zuurstof denk ik dan) om te kunnen schijnen. Want in 1850 was dat zo'n beetje de enige energiebron die men kende. Maar uit de massa van de Zon zou het Zonnestelsel dan maar een paar duizend jaar oud zijn. Prima voor mensen die vinden dat de bijbel het laatste woord in alles is. Maar het paste niet bij andere geologische metingen die uitkwamen op honderdduizenden jaren.  Nietemin waren vooraanstaande natuurkundigen als Thompson (de latere Lord Kelvin) overtuigd dat het zo was.

    Toen werd radioactiviteit ontdekt rond 1900. En als je wat googled vind je nog oude krantenartikelen waarin men toen voorstelde dat de Zon een grote radioactieve bron was die verviel en daarbij deeltjes en energie (gammastraling) produceerde. En ineens kon het Zonnestelsel veel ouder zijn, maar nog niet oud genoeg. (http://query.nytimes.com/gst/abstract.html?res=FA0616FC3E5E12738DDDA00A94D8415B858CF1D3 )

    Nadat Bohr en Einstein het atoommodel ontwikkelden rond 1930 en E = mc2 geboren werd, konden we komen tot het model wat we nu hebben: de Zon zet waterstof in helium om en kan dat zo'n 6-8 miljard jaar volhouden. Ineens passen alle meetresultaten. En is alleen de bijbelvaste mensheid in verwarring. Maar is dit het laatste? Er is nog zoveel wat we niet snappen aan de Zon (waarom blijven momenteel de zonnevlekken weg?)

    Zo zit het "dus" ook met natuurconstantes. We hebben proeven gedaan en zijn tot inzichten gekomen over de gravitatieconstante G, de elementaire lading e, de lichtsnelheid c, de Hubble constante enzovoorts. Alles met inzichten van nu. En die kunnen moeten worden bijgesteld.  Als metingen aantonen dat constantes niet zo constant zijn, dan heeft dat direct gevolgen voor een aantal concepten die we vandaag als "waar" ervaren.

    En of string theorie het gaat redden valt ook nog maar te bezien. Wellicht komt er een heel andere, veel "natuurlijker" theorie voor in de plaats. Zoals het heliocentrische zonnestelsel het geocentrische model van Ptolomeus uiteindelijk verving en planeetbewegingen veel logischer en simpeler maakte.

    Verwacht hier dus geen uitspraak als "het zit zo" - we geven alleen aan hoe we op dit moment denken dat het zit. En doen dat deels op autoriteit van andere fysici waarvan we denken dat ze er veel meer van weten dan wij en wellicht wel eens gelijk kunnen hebben.

    Een paar interessante boeken over de gevolgen van veranderende natuurconstantes zijn (zoek bij Amazon.com voor details):

    • Martin Rees - Just Six Numbers  (Phoenix Publ)
    • John Barrow - The Constants of Nature (Vintage Books)
    • David Garfinkle - Three Steps to the Universe (U of Chicago Press)
    • Fred Adams - The Five Ages of the Universe (Touchstone)

    Eigenlijk weten we nog ontzettend weinig en toch is de vooruitgang sinds 1850 enorm gegroeid.

    Theo op 28 januari 2011 om 01:32

    Emile, 24 jan 2011

    Even rekenen ...

    12 miljard jaar = 0.002 %

    120 miljard jaar = 0.02 %

    Het artikel noemt een verandering in de massa-verhouding, niet dat electronen zich op de protonen storten.

    Wie beweert dat dit proces van massa-verhoudingwijziging lineair is? Waarom niet exponentieel sneller of juist langzamer? 

    Gelukkig zal het mijn tijd wel uitduren. En waarschijnlijk de mensheid. En wie weet jo-jo-ed de constante wel. Net als de ijstijden.

    De conclusies lijken me wat voorbarig zonder bewijs voor een trend in de gegevens.

    Maar gelijk zeg ik erbij dat ik het ook niet weet. Maar Joost vast wel.

    Plaats een reactie

    + Bijlage

    Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

    Ariane heeft dertig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

    Antwoord: (vul een getal in)