ringzwaaien

Johan stelde deze vraag op 04 augustus 2009 om 15:40.
Ik heb een sommetje waar in niet helemaal uit kom.
Het gaat over iemand die in de ringen zwaait. Ze stellen dat dit een deel is van een cirkelbeweging met een straal van 6,0m. Nu is de vraag hoe groot de kracht moet zijn die je moet uitoefenen in het laagste punt van die ''cirkelbaan''.

De volgende krachten spelen een rol:
- Spankracht in het touw
- Zwaartekracht op de persoon
- Spierkracht op de ringen
- Middelpuntzoekende kracht omdat het een deel van een cirkelbeweging is.

Voor de rest weet ik de snelheid in het laagste punt: 8,9 m/s en de middelpuntzoekende versnelling: 13 m/s2

Maar nu denk ik het volgende:
De zwaartekracht is naar benenden gericht, de spankracht, mpz kracht en de spierkracht zijn allle drie naar boven gericht.

Ik zou zeggen de Fspier = Fspan (derde wet van Newton? Klopt het wat ik zeg?)

En dan zou ik zeggen: Fspier = Fz - Fmpz. Maar dan kan niet want Fmpz is groter dan Fz.

Het antwoorden boek zegt: Fz + Fmpz. Ik snap alleen helemaal niet waarom?!? :S

Bvd
Johan

Reacties

Jaap op 08 augustus 2009 om 14:49
Dag Johan,
Het antwoord Fspier = Fz + Fmpz lijkt me wel juist.
Van de vier krachten die je noemt, is er één die niet op de persoon werkt: Fspier.
Fmpz is de resultante van de krachten die wel op de persoon werken: Fz en Fspan.
In het laagste punt van de cirkelbaan is Fmpz omhoog gericht en geldt Fmpz = Fspan — Fz omdat Fspan omhoog gericht is en Fz omlaag gericht is.
Wat kun je zeggen van de grootte van Fspier en Fspan, afgezien van hun richting?
Kun je de redenering nu zelf afmaken?
Groeten,
Jaap Koole

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft drie appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)