&ik heb morgen een overhoring over opdracht 34 en de vraag luidt:
Je zet een kist op een weegschaal. Deze geef 38 kg aan
A. Bereken de zwaartekracht op de kist. Rond af op een geheel getal
B. Hoe groot is de resulterende kracht op de kist?
gt; Leg je antwoord uit ?
Je hangt de kist nu aan een veerunster.
C. wat is een veerunster
D. hoe weet je dat de kist een kracht op de veerunster uitoefent.
Ik zou graag de antwoorden snel willen weten, alvast bedankt voor de medewerking.
Groetjes Damon