Drie haakse cilinders zijn met water gevuld en aan elkaar gekoppeld.
Op Zuigers A wordt een gewicht geplaatst van ieder 30 kg.
Voor de duidelijkheid lichamen D zitten vast aan de linker haakse cilinder. De meest rechtse lichaam D is vastgemaakt aan een solide lichaam E die niet kan bewegen.
Bereken de kracht op grote zuiger B in de richting van de pijl. Zal B gaan bewegen ? Wrijving is te verwaarlozen.
A = Zuiger met Oppervlak 10 cm2
B = Grote Zuiger, Oppervlak 10 cm2
C = Water
D = Dichte cilinder vast aan linker unit
E = Vast lichaam
Volgens mij is de totale kracht 30 kg x 3 = 90 Kg = 900 N en zal lichaam B gaan bewegen, klopt dit ?