Klopt mijn berekening of die van t boek? Snap er niks meer van!

Enorea stelde deze vraag op 17 maart 2015 om 16:40.

 Hoi, 
Deze vraag (bijlage) snap ik niet, want ik weet bijna zeker dat mijn manier klopt. Als dat niet zo is snap ik t volgensmij totaal niet.. Maar ze geven dus al aan dat R1=10 en ik dacht, dat ik het stukje parallel R2 en R1 bij elkaar moest voegen zodat ik t kon uitrekenen als een serieschakeling, want zo kom ik er met stroom/spanning al helemaal moeilijk uit, maar zij nemen dan R2 en R3. Dat klopt toch niet?
Ik hoop dat iemand mij kan helpen en mijn verhaal een beetje snapt...

Groetjes, Enorea

Reacties

Jan van de Velde op 17 maart 2015 om 16:51
dag Enorea,

zij hebben de nummers van de weerstanden door elkaar gegooid.

parallel staan R1 en R2, 10 resp 25 Ω

1/10 + 1/25 = 7/50, Rv1,2 is dan 50/7 = 7,1.. Ω

in serie met R3 , Rvtot wordt dan 7,1... + 35 = 42,1 Ω

I totaal wordt dan U/R =6/42,1.. = 0,14 A

Onthoud voor de rest van je schoolleven dat antwoordenboekjes óók fouten bevatten, sommige stikken ervan.

Groet, Jan

Theo de Klerk op 17 maart 2015 om 16:51
Ik denk dat het boek een vervelende fout maakt. Wellicht omdat de nummering van de weerstanden (meestal van links naar rechts, maar nu in stroomrichting van rechts naar links) ongewoon is.

Maar R1 en R2 staan parallel, dus vind je de vervangingsweerstand voor de parallelle tak als  1/R = 1/R1 + 1/R2 = 1/10 + 1/25 = 7/50 zodat R = 50/7 = 7,1 ohm.  Die vervanging staat in serie met R3 (35 ohm) zodat de totale weerstand 35 +7,1 = 42 ohm is (De totale stroomsterkte is dan I = U/R = 6,0/42 = 0,14 A)
Enorea op 17 maart 2015 om 17:04
Ohja bedankt! Maar als ik mijne nu bekijk dan klopt er echt niks van, heb volgensmij in de haast een paar dingetjes door elkaar gehaald! Ik probeer t opnieuw! Bedankt voor de uitleg! Ik zit nu in 3VWO en wil een NT pakket gaan kiezen, maar was dus even in stress, omdat ik er niet uitkwam! Heb de berekening opnieuw gedaan en kom nu wel op t goede antwoord (die van jullie) uit. Dus bij een gemengde schakeling is t eerste wat je doet een vervangingsweerstand vinden voor het gedeelte dat parallel staat en dan bereken je alles (spanning/stroom) alsof t in serie staat. Zonder dat te doen kom ik er eigenlijk amper uit... Is dat erg?

Groetjes Enorea,
Nogmaals super bedankt!
Theo de Klerk op 17 maart 2015 om 17:29
Nee hoor, niet erg. Als er parallelle delen in de schakeling zitten dan moet je die eerst "vervangen" tot een enkele weerstand zodat alles uiteindelijk serieel wordt. Dat moet je dus altijd eerst doen. En dat kost wat rekentijd. Zoals je bij de belastingen al zeggen: makkelijker kunnen we het niet maken.
Jan van de Velde op 17 maart 2015 om 18:18
Dit is maar een puzzeltje.
Je moet steeds twee punten zoeken met meer dan één weerstand ertussen, maar zo dat alles tússen die punten óf parallel óf serie staat, zodat je een correcte formule correct kunt toepassen.

(de symbolen voor weerstand zijn hier Angelsaksisch, even een iets ingewikkelder schakelingetje opgegoogled en het eerste geschikte dat ik vond was toevallig Amerikaans)

Dus gooi wat punten erin (als je wat ervaring hebt kan dat in gedachten)


tussen E en F hebben we alleen parallelle weerstanden:



Tussen C en D hebben we alleen serieweerstanden, tussen E en G nu ook:



tussen B en H hebben we alleen parallele weerstanden:



en nu hebben we tussen A en H alleen serieweerstanden:



Klaar :)


Enorea op 17 maart 2015 om 18:30

Theo de Klerk plaatste:

Nee hoor, niet erg. Als er parallelle delen in de schakeling zitten dan moet je die eerst "vervangen" tot een enkele weerstand zodat alles uiteindelijk serieel wordt. Dat moet je dus altijd eerst doen. En dat kost wat rekentijd. Zoals je bij de belastingen al zeggen: makkelijker kunnen we het niet maken.
Ohja bedankt! Dan onthoud ik dat. En als je dan bijv, stroom niet hebt dan weet je dat over de weerstand die al in serie stond bijv, 2 ampere staat en over de vervangingsweerstand 2 ampere in totaal. En als je 10 volt hebt vanaf de bron dan is er bijv 5 volt over de weerstand die al in serie staat, maar over de weerstanden die parallel staan, staat ook 5 volt, op beide, omdat je bij parallel volt gelijk is. Dit snapte ik eerst niet, maar is gewn ee kwestie van regels bij parallel en serie.
 
:)
Theo de Klerk op 17 maart 2015 om 18:40
Precies. Ze noemen dat ook wel de wetten van Kirchhoff:
1: som van alle spanningen in een stroomkring is nul  (d.w.z. als een batterij 6 V levert, dan moet over alle weerstanden uiteindelijk die 6 V weer "vervallen")
2: som van alle inkomende stromen en uitgaande stromen op een kruispunt is nul  (d.w.z. als een stroomtak zich opsplitst dan zijn de deelstromen I1 en I2 gelijk aan de ongesplitste stroom I. Zoals een rivier met een eilandje in het midden het water splitst langs beide zijden van het eiland maar uiteindelijk weer samenkomt).

Overigens "staat" een stroom niet over een weerstand: die vloeit er doorheen. Daarbij neemt de spanning van de stroom af tussen begin- en eindpunt van de weerstand. De spanningsdaling "staat" dan over de weerstand.
Daarom plaats je een stroom- of amperemeter altijd (serieel) in een stroomkring (alles moet er doorheen) en een spannings- of voltmeter zet je parallel "over" een weerstand (er hoeft niks doorheen -we willen alleen het spanningsverschil tussen begin- en einde van een weerstand meten)

Enorea op 17 maart 2015 om 19:00

Theo de Klerk plaatste:

Precies. Ze noemen dat ook wel de wetten van Kirchhoff:
1: som van alle spanningen in een stroomkring is nul  (d.w.z. als een batterij 6 V levert, dan moet over alle weerstanden uiteindelijk die 6 V weer "vervallen")
2: som van alle inkomende stromen en uitgaande stromen op een kruispunt is nul  (d.w.z. als een stroomtak zich opsplitst dan zijn de deelstromen I1 en I2 gelijk aan de ongesplitste stroom I. Zoals een rivier met een eilandje in het midden het water splitst langs beide zijden van het eiland maar uiteindelijk weer samenkomt).

Overigens "staat" een stroom niet over een weerstand: die vloeit er doorheen. Daarbij neemt de spanning van de stroom af tussen begin- en eindpunt van de weerstand. De spanningsdaling "staat" dan over de weerstand.
Daarom plaats je een stroom- of amperemeter altijd (serieel) in een stroomkring (alles moet er doorheen) en een spannings- of voltmeter zet je parallel "over" een weerstand (er hoeft niks doorheen -we willen alleen het spanningsverschil tussen begin- en einde van een weerstand meten)


Jaa!  Ik hb nog een vraag ''geopend''. Dat is t vervolg, dit heeft er ong mee te maken en dat heb ik uitgerekend, alleen weet ik niet of t klopt... 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft eenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)