Waar ik moeite mee heb is dat de antwoorden niet volledig zijn.

Maak duidelijk of het om ohm of kiloohm of nano of microfarad.

De exponenten verklaren bijna alles.

>Waar ik moeite mee heb is dat de antwoorden niet volledig zijn.Maak duidelijk of het om ohm of kiloohm of nano of microfarad.

In dit geval is het antwoord volledig.  R x C is een (weerstand) x (capaciteit). En dat is (al is dat niet zo vanzelfsprekend) een tijdseenheid.

Voor de grootheden mag je allerlei dimensies bedenken maar in het zogenaamde SI stelsel is afgesproken dat een weerstand in ohm en een capaciteit in farad wordt uitgedrukt (dimensienamen voluit worden in kleine letter geschreven). En tijd in seconden. Of delen ervan (milli, micro, kilo,...) Die delen zijn fracties - breuken: 1/1000, 1/1000000, 1000. Dimensieloze getallen. Daarmee "verklaar" je niets. Hooguit dat het numerieke antwoord in een aannemelijk bereik ligt.

De dimensie van  R x C is dus ohm.farad.  En als je die in de basiseenheden van het  SI stelsel omzet kom je uiteindelijk op seconden (tijd) uit.

Als vakantie-opdracht kun je dat zelf verder uitrekenen:

dimensie farad:  F = C/V = A²s⁴/(kg.m²)
dimensie ohm:   Ω = V/A = kg.m²/(A²s³)

maar R.C in dimensies is  V/A  x C/V  = C/A
A = C/s  dus  C/A = C/(C/s) = s