Bobslee VFO 2009 (2e ronde)

Robin stelde deze vraag op 12 maart 2009 om 16:25.
Hallo,

ik vroeg me gewoon af hoe je dit zou moeten oplossen. Het is een VFO-vraagje...

Een stuntman wil met een bobslee een looping maken (zie figuur).



De straal van de looping is 10m. De minimale hoogte waarop de man zou moeten starten om tijdens de looping niet naar beneden te vallen is: (Geen wrijving)

25 m => Het juiste antwoord

Kan iemand me ook zeggen hoe je eraan komt?

Reacties

Jan op 12 maart 2009 om 16:52
Dag Robin,

Denken met energiën. Zwaarte-energie, bewegingsenergie.

Dan krachten: zwaartekracht, centrifugaalkracht, normaalkracht van de baan op de bobsleeër.

Begin eens ergens. Kom maar terug.

Groet, Jan

rob op 12 maart 2009 om 20:14

ja, dus dat van die energie begrijp ik wel. Dat is toch gewoon om de snelheid net voor de looping te bepalen?
Wordt dus: v=√(2gh).

Maar wat dan met die krachten?

Jan op 12 maart 2009 om 20:53
Welke snelheid heeft hij dan nog BOVENIN die looping?

Bovenin de looping wordt de centripetale kracht geleverd door de zwaartekracht en de normaalkracht van de baan op de bobslee. Als de zwaartekracht alléén nét groot genoeg is om de centripetaalkracht mv²/r te leveren komt het nog nét goed. Wordt de zwaartekracht groter dan mv²/r, dan valt hij uit de looping.

Robin op 12 maart 2009 om 22:38
Bij een ECB blijft de snelheid toch steeds gelijk?
Dus:
Fz=m*g=m*2gh/10<=>h=5?
Wat doe ik nog verkeerd?
Of moet het zijn de diameter van de cirkel + 5m =25 m
Robin op 12 maart 2009 om 22:55
Laat maar, ik zie mijn fout al in.
Nu kom ik het uit.
Bedankt

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Clara heeft vier appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Clara nu over?

Antwoord: (vul een getal in)