dynamo in draaibare spoel

Fleurine stelde deze vraag op 28 februari 2009 om 21:04.

1 Dynamo (1)

Een dynamo bestaat uit een draaibare spoel van 160 windingen in een homogeen magnetisch veld met B = 0,68 T. De doorsnede van de spoel is 2,7 cm2. Na 0,015 s is de spoel over een hoek α = 30° gedraaid. Zie figuur 2.

a Bepaal de grootte van de gemiddelde inductiespanning tussen P en Q gedurende de eerste halve omwenteling.

Uitwerking:

U ind = N delta flux : delta t

N= 160

Delta t = 0,015 sec

Delta flux =?

Delta flux= Bn A

A= 2,7 x10^-4 m^2

Maar wat is Bn? Want hij maakt een hoek van 30 graden. Moet je dan de sin of cosinus gebruiken om Bn te berekenen?

Reacties

Jan op 28 februari 2009 om 23:35
Dag Fleurine,

Je spoel staat oorspronkelijk loodrecht op het magneetveld, en die hoek noem je 0°, als ik je plaatje goed begrijp. Groter dan in deze stand kan de flux (recht evenredig met het oppervlak binnen de spoel) niet worden.

Als je spoel dan verder draait, worden er minder en minder magneetlijnen omvat door de spoel. Je spoel wordt, zoals gezien door de magneet, steeds kleiner. Als hij 90° is gedraaid heeft de spoel zelfs de (geziene) oppervlakte 0 gekregen.De omvatte flux is dan 0 geworden.

Welke vergelijking voldoet aan:
- hoek 0° ==> flux maximaal
(hoe groter de hoek hoe kleiner de flux)
hoek 90° ==> flux 0

Deze? :
omvatte flux = veldsterkte x oppervlakte spoel x sin α
of deze? :
omvatte flux = veldsterkte x oppervlakte spoel x cos α

Duidelijk zo?

Groet, Jan
fleurine op 01 maart 2009 om 10:55
Geachte Jan,

Heel erg bedankt voor de uitleg! Ik heb mijn nieuwe uitwerking als bestand erbij gestuurd. Ik hoop dat mijn uitwerking klopt.

Ik heb als antwoord: omvatte flux = veldsterkte x oppervlakte spoel xcos α

Zou u willen reageren of dat klopt?

Met vriendelijke groeten,
Fleurine

Bijlagen:

Jan op 01 maart 2009 om 12:04

Dag Fleurine,

Ik vind hem netjes zo. Of je docent helemaal blij zal zijn met de gebruikte terminologie weet ik niet, beter maar de woorden uit je eigen boek gebruiken.

Verder, hij is nog niet af hè. Je moest naar een inductiespanning toe. Voorlopig heb je alleen berekend hoeveel de flux was op t= 0 en op t= 0,015.

Ik gaf je eigenlijk alleen een denkstructuur om zélf te bepalen of je "sinus of cosinus moet gebruiken". Die kun je in allerlei gevallen gebruiken.

groet, Jan

fleurine op 01 maart 2009 om 12:12
Geachte Jan,

Klopt helemaal! Alleen liep ik vast op dit punt dus daarom stuurde ik alleen dat gedeelte. Maar de rest van de uitwerking die ik gemaakt heb is:

Uitwerking:

U ind = N delta flux : delta t

N= 160

Delta t = 0,015 sec

Delta flux =?

Delta flux= Bn A

A= 2,7 x10^-4 m^2

Bn= cos 30 x B= cos 30 x 0,68=0,5888972746 T

Dus delta flux = 0,5888972746 x 2,7 x10^-4= 0,00015900226

U ind = 160 x 0,00015900226 : 0,015= 1,69 V

Bedankt voor uw hulp!

Jan op 01 maart 2009 om 12:28
Dag Fleurine,

Volgens mij gaat dit nog niet helemaal goed.

In het algemeen betekent die Δ een "verandering van".

Die bereken je altijd door een aftreksommetje: verandering = eindtoestand - begintoestand

bijvoorbeeld voor een verandering van snelheid: Δv = veind - vbegin

en zo dus ook voor veranderende flux: Δflux = flux eind - flux begin

Ik kan me vergissen, maar ik zie je volgens mij nergens zo'n verandering uitrekenen.

Groet, Jan
fleurine op 01 maart 2009 om 12:37
Oeps!
Ik had zeker moeten doen:
delta flux = B (0 graden gedraaid) - B (30 graden gedraaid)
dan delta flux= 0,68-0,5888972746=0,0911027254
en dan keer de oppervlakte= 0,00002459773= delta flux!?
Jan op 01 maart 2009 om 14:25
ja, en dan nog keer het aantal windingen (want dat maakt eigenlijk je omvatte oppervlakte groter) en gedeeld door de Δt.

" U ind = N delta flux : delta t "

Of je daarmee je vraag.....:

Bepaal de grootte van de gemiddelde inductiespanning tussen P en Q gedurende de eerste halve omwenteling.

.....beantwoordt is iets wat ik me intussen afvraag. Die kan heel moeilijk bedoeld zijn (integraalrekening) , maar ook simpelweg (teken maar eens een sinusvormige golf) nul.

fleurine op 01 maart 2009 om 14:28

U ind = 160 x0,00002459773: 0,015= 1,69 V
Zo?

Jan op 01 maart 2009 om 14:35
eerst had je: U ind = 160 x 0,00015900226 : 0,015= 1,69 V

dan: U ind = 160 x0,00002459773: 0,015= 1,69 V

KLOPT IETS NIET

Of je daarmee overigens je vraag.....:

Bepaal de grootte van de gemiddelde inductiespanning tussen P en Q gedurende de eerste halve omwenteling.

.....beantwoordt is iets wat ik me intussen afvraag. Die kan heel moeilijk bedoeld zijn (integraalrekening) , maar ook simpelweg (teken maar eens een sinusvormige golf) nul.

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft zestien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)