Dag Jelte,
Je kunt zéér schoon water inderdaad onderkoelen. Dat effect treedt op als het ijzelt. Kristallen (en ijs is een kristal) vormen zich inderdaad niet altijd zomaar spontaan. Als er een beginkern is (een stofje bijvoorbeeld) kunnen watermoleculen zich daarrond arrangeren, er is dan een begin van een structuur en daarna gaat het snel verder.
Een vergelijkbaar effect zie je ook bij de zg. hotpacks. Dat is een zakje met een oververzadigde oplossing van natriumacetaat, dat dus eigenlijk kristallen zou moeten vormen. Dat gebeurt (net) niet zolang je het met rust laat, want er is nergens in het zakje een plaats waar het begint. In het zakje zit echter ook zo'n metalen klikkertje: buig dat, en als het terugspringt gaat is die trilling even zó sterk dat ergens wel een paar natrium-en acetaationen bij elkaar komen in een kristalstructuur. Het beginnetje is er nu, en razendsnel wordt de inhoud van het zakje een vaste stof, je ziet het kristal groeien.
Er valt bij ijzel vloeibaar maar onderkoeld (T< 0°C) water naar beneden, en zodra het de grond raakt is die schok, of een stofje op de grond, of een al aanwezig ijskristal, voldoende om de kristalvorming in dat druppeltje onmiddellijk in gang te zetten.
Dat gezegd zijnde lijkt me je Noorse verhaal desalniettemin bijzonder onwaarschijnlijk. In en rond een natuurlijk meer (bodem, rand) zijn er miljarden kristallisatiekernen, dat lijkt me niet te gaan liggen wachten op een verstoring van bijvoorbeeld een soldatenlaars.
Maar goed, de natuurkundige achtergrond ongeveer duidelijk?
Groet, Jan