3. Twee naburige stopplaatsen van de metro liggen 450 m van elkaar verwijderd.
Als het metrostel versnelt, is dat met een versnelling van 0,90 m/s²; als het
vertraagt, is dat met een ‘versnelling' van 1,2 m/s². Bereken
- de tijd die minimaal nodig is om de afstand tussen de haltes af te leggen;
- de maximale snelheid van de trein;
- de gemiddelde snelheid tussen beide haltes.
Ja, ik heb hier eigenlijk gewoon problemen met het begin... Dus als iemand mij op weg zou kunnen helpen, zou ik hem zeer dankbaar zijn.