Krachten-evenwicht-momenten
Roos stelde deze vraag op 15 september 2008 om 15:44.Deze vraag is mij niet helemaal duidelijk:
Roelof bedenkt een manier om van een plankje met een lengte van 60 cm de massa te bepalen zonder balans. Hij heeft een blokje van 100 g en plaatst dit op het uiteinde van het plankje. Daarna schuift hij het voorzichtig over de rand van de tafel.
Het plankje staat op het punt te kantelen, als Roelof de voorkant 20 cm naar rechts geduwd heeft. Bereken de massa van het plankje.
Reacties
Dag Roos,
Je vraag met bijgeleverde schets zijn helder en duidelijk. Compliment! :-)
Je snapt hem niet helemaal. Kun je me eens vertellen hoe je denkt dat je zou beginnen zoiets op te lossen? Denk eens aan evenwicht van momenten. Geeft niks als je ergens vastloopt of denkfouten maak, zolang ik maar kan zien WAAR je vastloopt of WELKE denkfout je maakt. Dan kan ik je daarvandaan op de goede weg zetten. Leer je denk ik meer van dan wanneer ik je de oplossing voorkauw.
Dus kom je eerst even met je eigen gedachtenspinsels? Ik kom hier zeker regelmatig kijken vanavond.
Groet, Jan
De vraag is zo duidelijk omdat ik hem uit het boek heb overgenomen. ;-) Helaas heeft de leraar het niet duidelijk uitgelegd.
Ik zal proberen op te schrijven hoe ik te werk ga.
Fl . Dl=Fr . Dr
Fl . 40 cm=Fr+1 . 20 cm
En dan is iets keer 40 hetzelfde als iets plus een keer 20, toch? Links moet dan twee keer zo zwaar zijn als rechts omdat die twee keer zo lang is... Het blokje drukt met 1 Newton op de plank. Links drukt er niks op de plank. Moet de formule net als bij wiskunde als een vergelijking worden opgelost? Dan zou het waarschijnlijk zo verder gaan (Volgens mijn gedachtegang):
40x=20x+1 --> 20x=1 --> x=0,05 Maar ik weet nu niet wat ik heb opgelost.... Denk ik te moeilijk? Of is het gewoon heel anders?
Eigenlijk snap ik niet eens hoe je moet beginnen. Denk je dat je hem voor me zou kunnen uitwerken? Ik heb vrijdag namelijk een proefwerk over het hoofdstuk Kracht en Druk...
Alvast heel erg bedankt!!
Dag roos,
Vrijdag proefwerk? als je vlot genoeg terugkomt helpen we je er even vlot doorheen. Ik kijk hier minstens elke paar uur.
1e: vergeet niet dat een zwaartepunt van zo'n stuk plankje in het midden van dat stuk plank ligt. Dl is dus niet 40 cm, maar 20.
2e: vergeet neit dat je rechts twéé momenten hebt: eentje van dat korte stukje plank, eentje van dat massablokje
FlDl = FrDr +FmDm (vergelijking 1)
dat linkse stuk plank is ook twee keer zo lang, heeft dus twee maal zoveel massa en ondervindt dus ook tweemaal zoveel zwaartekracht, als dat rechtse.
Fl = 2xFr (vergelijking 2)
Twee vergelijkingen met twee onbekenden, kun je daarmee omgaan?
Zo niet, dan is er nog wel een andere methode: qua rekenen sinmpeler, maar wat minder intuïtief. Maar laten we het eerst eens even zó proberen.
zie ook de tekening (heel belangrijk bij gevallen van krachten en/of momenten, téken het....)
.
Groet, Jan
Oké, ik ga het proberen.
Het blokje drukt met een kracht van 1N op het plankje. Het blokje staat 20 cm van het draaipunt af. Het plankje drukt ook naar beneden. En de 1N van het blokje+ de kracht die het plankje heeft voorbij het draaipunt is evenveel als het stuk plank dat op tafel ligt.
Het moment van het blokje is 1N . 20. Het moment van het rechterstukje plank is Fr . 20. Het moment van het linkerstukje plank is Fl . 20. (Waarom moet het bij het linkerstuk eigenlijk 20 zijn en niet gewoon 40?)
Volgens mij is de massa van het plankje gedeeld door de massa van het blokje (1 N) 20 cm. Dus iets gedeeld door 1 is 20, maar is de massa van de plank dan niet 2 kg?
Ik hoop dat ik het nog ga snappen!
Groetjes Roos
- Het blokje drukt met een kracht van 1N op het plankje.
correct. Vertaling: Fm = 1 N
- Het blokje staat 20 cm van het draaipunt af.
correct. Vertaling: Dm = 20 cm
- Het plankje drukt ook naar beneden. En de 1N van het blokje+ de kracht die het plankje heeft voorbij het draaipunt is evenveel als het stuk plank dat op tafel ligt.
Correct. Vertaling: FlDl = FrDr + FmDm
- Het moment van het blokje is 1N . 20.
correct. Vertaling: FmDm = 20 (Ncm)
- Het moment van het rechterstukje plank is Fr . 20.
Niet correct. Kijk maar in mijn plaatje. De zwaartekracht grijpt aan in het ZWAARTEPUNT, en dat ligt niet 20 cm van het draaipunt vandaan.
- Het moment van het linkerstukje plank is Fl . 20.
correct.
- (Waarom moet het bij het linkerstuk eigenlijk 20 zijn en niet gewoon 40?)
Zwaartepunt. Zie boven
- Volgens mij is de massa van het plankje gedeeld door de massa van het blokje (1 N) 20 cm. Dus iets gedeeld door 1 is 20, maar is de massa van de plank dan niet 2 kg?
Nou niet op de zaken vooruitlopen. We hebben onze gegevens vertaald:
FlDl = FrDr + FmDm
Flx20 = Fr x 10 + (1 x 20) (vergelijking 1)
Datr is één vergelijking met twee onbekenden. Zopiets is onoplosbaar. Maar, er is nog iets als je goed kijkt:
Omdat het linkse stukje plank 2 x zo lang is als het rechtse, zal het ook 2 x zoveel massa hebben, en zal er ook een 2 x zo grote zwaartekracht op werken
Vertaling: Fl = 2 x Fr (vergelijking 2)
Nu heb je TWEE vergelijkingen met die twee onbekenden. En nu is eht wél op te lossen.
vraag 1: Snap je nu het verhaal van zwaartekracht aangrijpend in zwaartepunt?
vraag 2: kun je omgaan met twee vergelijkingen met twee onbekenden?
Groet, Jan
Dag Roos,
Voor mijn eigen leerlingen heb ik een opdracht gemaakt die ze bij eht hoofdstuk momenten thuis op de computer kunnen maken. Zie bijlage.
Probeer dat eens? Snap je het misschien ineens een heel stuk beter.
Groet, Jan
Bijlagen:
Oke, antwoord op je vragen:
1. Ik snap hoe het werkt met de zwaartepunten
2. Ik kan niet echt goed omgaan met de vergelijkingen; ik heb er gewoon te weinig les in gehad volgens mij... Dit is namelijk het eerste jaar dat we het hier over hebben...
Ik ga nu aan de slag met de thuisopdracht. Ik hoop dat ik het daarna wel snap. Oja, de opdracht snap ik nu wel alleen ik snap niet precies hoe ik met de vergelijking aan de slag moet. Ik zal even kijken of ik er zelf uitkom, maar ik zou het prettig vinden als je dat zou willen uitleggen!
Ik kijk vanavond nog wel even en morgen ook.
Groetjes Roos
ps Bedankt voor de uitleg!
Dag Roos,
Een stoomcursusje wiskunde dan, zó moeilijk is het niet:
a + b = 36
Deze kun je niet oplossen. Maar nou geef ik je nóg een vergelijking met a en b, bijvoorbeeld:
a - b = 18
Nou schrijf je die tweede eens om naar een vorm a = .......
a= 18 + b
nou vul je in de éérste vergelijking voor de a die daar staat (18+b) in:
(18+b) +b = 36
en dat werk je uit:
18 + b + b = 36
18 + 2b = 36
2b= 36 - 18
2b = 18
b = 9
Nu je b weet kun je met elk van de twee originele vergelijkingen ook a oplossen.
Nou je momenten
Flx20 = Frx10 +1 x 20 (vergelijking 1)
dat linkse stuk plank is ook twee keer zo lang, heeft dus twee maal zoveel massa en ondervindt dus ook tweemaal zoveel zwaartekracht, als dat rechtse.
Fl = 2xFr (vergelijking 2)
Vergelijing 2 is al van het type a = .......... dus dat is makkelijk
vul nou in vergelijking 1 eens in de plaats van Fl in: 2xFr. En dan uitwerken maar. Probeer eens?
Groet, Jan
Hoi,
Na de thuisopdracht snap ik de momentenwet helemaal. Ik hoop dat ik deze opdracht nu ook snap, want ik ben al twee dagen erover aan het nadenken. Ik vind het niet vervelend ofzo (het begint zelfs leuk te worden ;)) maar het is wel ingewikkeld... Ik geloof best dat uiteindelijk alles simpel is, maar goed...
Oké, mijn vergelijking heb ik dus zo opgesteld:
2 * Fr * 20 = Fr * 10 + (1 * 20)
Van Fr heb ik een x gemaakt om het wat makkelijker te maken.
2 * x * 20 = x * 10 + (1 * 20) --> 2x * 20 = 10x + 20
30x = 20 --> 20 : 30 = 0,67
Fr moet ik drie keer doen, want links is twee keer Fr en rechts een keer. Dat bij elkaar is dan: 0,67 * 3 = 2
2 Newton is net zoveel als 200 g dus is het plankje 200 g.
Klopt dat? Ik hoop dat het eindelijk goed is. Oja, de opdracht heb ik ook bijgevoegd. Ik heb alles ingevuld.
Groetjes Roos
Bij mijn vorige bericht was ik de opdracht vergeten volgens mij. Hier is hij dan toch nog.
Nogmaals bedankt voor de uitleg en de oefeningen!
Bijlagen:
Je twee vergelijkingen met twee onbekenden zijn prima uitgewerkt. Het plankje heeft een massa van 200 g.
Heb je er nog een die je wilt laten controleren of die je niet snapt, kom maar hoor.
Je "thuisopdracht" kijk ik later nog wel eens naar, ik kan er nu even niet bij.
Dag Roos,
Het is al laat natuurlijk hè. :-)
Maar als je even naar opdracht 5b kijkt , 800 N x 2 m = 1600 Nm hè, en niet 400 ........
de rest komt dus ook niet meer uit....
Ik heb het verbeterd en nu klopt het wel.
Wij hebben geen antwoordenboekjes op school en ik heb nog een andere opdracht waarvan ik niet zeker ben. Ik heb hem wel gemaakt en ik wil alleen weten of hij zo klopt.
Debby heeft in een folder van de fabrikant van een parketvloer gelezen dat de vloer een druk van 800 kPa kan weerstaan. Debby (50 kg) heeft berekend dat zij met haar hakken (hakoppervlakte van een schoen 2,0 cm²) rustig zelfs op een hak kan gaan staan zonder dat de vloer beschadigt. Laat aan de hand van een berekening zien of ze gelijk heeft.
Mijn berekening:
800 kPa= 800,000 Pa
50 kg= 500 N
2 cm²= 0,0002 m²
Debby's druk = 500 N/0,0002 m² oftewel 2,500,000 N/m²
Klopt het dan dat Debby niet op een hak kan staan zonder dat de vloer beschadigt?
Ik ben benieuwd, ik zal nog een berichtje plaatsen als ik mijn cijfer terug heb gehad!
Groetjes Roos
thuisopdracht:
c) de andere jongetjes hebben elk een massa van 40 kg.Hoe groot is de zwaartekracht die aan elk van de twee trekt? 400 N d) Het achterste jongetje zit op 2,20 m van het draaipunt Hoe groot is zijn moment?M (rechtsachter) = 400 x 2,2 880 Nm
e) De wip is in evenwicht. Hoe groot moet dús het moment van het voorste jongetje zijn?
M(rechtsvoor) = 1600 - 880 = 720 Nm e) Hoever zit het voorste jongetje dan van het draaipunt vandaan?l (rechtsvoor) = 720/400 = 1,8 m
berekeing klopt, en inderdaad, debby kan niet op die kleine hak staan zonder het parket te beschadigen.
Oké, de thuisopdracht heb ik nu ook helemaal goed. Ik snap alles voor het proefwerk, nu alleen nog een beetje leren en dan komt het vast wel goed!
Nogmaals bedankt en als ik nog een keer iets niet snap weet ik waar ik zijn moet!
Groetjes Roos
zegt het voort :-)
(maar kom af en toe ook eens helpen als je een antwoord weet?)
Graag gedaan,
Jan