Slee trekken onder een hoek.

Myra stelde deze vraag op 08 september 2008 om 15:38.

Hallo,

Heb al het mogelijke al geprobeerd toe te passen bij de volgende opgave, maar weet niet waar ik het nog moet zoeken.

 

Een slee weegt 40 kg. Iemand tret die voort met een kracht van 110 N en onder een hoek van 45 graden met het ijs. De slee ondervindt een weerstand van 70 N.

Bereken de arbeid die de trekkende persoon verricht als de slee 20 meter wordt voortgetrokken.

 

 

Nu had ik bedacht dat de resulterende kracht 40 N is (110-70).

Zwaartekracht van de slee is (40×9,81) 392,4 N )

Maar wat zou ik dan met de informatie moeten doen dat de persoon onder een hoek van 40 graden de slee trekt?

 

Alvast bedankt.

Reacties

Jan op 08 september 2008 om 18:14

Dag Myra,

Bij een microcursusje over krachten zit een oefenopgave die erg veel op jouw probleem lijkt. De netto trekkracht vooruit op de slee is namelijk geen 110 N omdat er schuin naar boven wordt getrokken.

http://www.wetenschapsforum.nl/index.php?s=&showtopic=41633&view=findpost&p=377606

Zie oefenopgave drie. De uitwerking zit onder de opgave. Als je hiermee niet goed weet om te gaan is de cursus boven die oefenopgaen vast heel nuttig voor je.

En kom je er daarmee nog niet uit, kom dan gerust hier (of daar) terug, dan helpen we verder.

Groet, Jan

Myra op 08 september 2008 om 20:10

bedankt voor de reactie.

De opgave van de link snap ik wel, maar als ik die wil toepassen om mijn eigen opdacht loop ik vast.

 

Trekkracht = 110 N

Weerstand = 70 N

s = 20 m.

 

Hier zie ik niet in hoe ik dan de arbeid kan uitrekenen waarmee diegene de slee trekt...

Jan op 08 september 2008 om 23:24

Dag Myra,

Je sleetjetrekker trekt schuin omhoog. De horizontale component van die kracht kun je uitrekenen zeg je. Hoef ik dus niet te doen, ik doe een gokje, 90 N. (je resulterende kracht is dus in géén geval 40 N hè !!)

Daarna hoef je je verder niet in de war te laten brengen. Alleen in horizontale richting wordt er iets verplaatst, en alleen in die richting wordt er arbeid verricht. Het enige wat je daarvoor hoeft te weten is de uitgeoefende kracht in die richting, en de afgelegde weg. W= F·s, je sleetjetrekker oefent dus een arbeid uit van om en nabij 1800 J. (en jij kunt dat preciezer uitrekenen)

De glijweerstand van 70 N en de massa van de slee van 40 kg komen voor dit onderdeel nergens van pas (of het zou moeten zijn om je in de war te brengen, maar dan zou ik je ook kunnen vertellen dat de sleetjetrekker een rode sjaal met een lengte van 2 m en een massa van 245 g om zijn nek had). Maar die heb je mogelijk later nodig om uit te rekenen wat de snelheid van de slee na 20 m zal zijn of zo.

 Hou dus in de gaten: voor de arbeid speelt alleen mee de uitgeoefende kracht in de richting van de beweging, en de afstand waarover die kracht wordt uitgeoefend. Je kunt twintig paarden zijdelings aan je slee laten trekken, zolang je slee niet zijdelings beweegt verrichten die paarden ook geen arbeid.

Duidelijker?

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft tien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)