Yvonne
stelde deze vraag op
17 augustus 2008 om 13:33.
Bij een cd-speler wordt de cd door middel van een laserstraal afgelezen. De omtreksnelheid op de plaats waar de cd wordt afgelezen door de laserstraal is constant en bedaagt 1,31 m/s. Bij het aflezen van spoor 1 (track 1) op 25 mm van het middelpunt van de cd is het toerental van de cd ongeveer gelijk aan 500 omwentelingen per minuut. Het toerental bij het aflezen van spoor 10 (track 10) op 50 mm van het middelpunt van de cd bedraagt dan:
A) 500 omwentelingen per minuut B) 500/pi omwentelingen per minuut of 159 omwentelingen per minuut C) 250 omwentelingen per minuut D) 125pi omwentelingen per minuut of 393 omwentelingen per minuut
Hoe reken je dit uit? Antwoord C is juist
Reacties
Jaap
op
17 augustus 2008 om 16:32
Dag Yvonne, Niet te heftig rekenen... De omtreksnelheid is v=afstand/tijdsduur=(omtrek van cirkel)/omwentelingstijd=2πr/T Hierin is v voor beide sporen even groot (gegeven) en 2π ook. Dus r/T moet ook even groot zijn. Bij spoor 10 is de straal r twee maal zo groot als bij spoor 1. Dus T moet.... en dan is het toerental... Groeten, Jaap Koole