Dag Dorien,
Voor alle duidelijkheid: er worden geen positieve deeltjes uitgewisseld. Maar een tekort aan elektronen (negatieve ladingen)maakt een stof natuurlijk ook positief geladen.
Die te verwachten lading heeft op zich weinig te maken met het geleider of isolator zijn van stoffen.
Atomen kunnen de neiging hebben om zwak gebonden elektronen uit hun buitenste schil vrij makkelijk af te staan, of om in hun buitenste schil makkelijk een paar elektronen toe te laten. Breng je twee van zulke stoffen met elkaar in contact, dan gaan er, waar atomen elkaar raken, al eens makkelijk elektronen uitgewisseld worden. Trek je de atomen weer uit elkaar, dan kan de uitgewisselde lading (altijd in de vorm van een teveel (-) of een tekort (+) aan elektronen) achterblijven.
Begin met twee neutrale (ongeladen) voorwerpen en wrijf die langs elkaar. Door wrijven breng je dus steeds heel veel atomen met elkaar in contact en verbreek je dat contact weer. Zo wordt na korte tijd het ene voorwerp negatief geladen aan de buitenkant, het andere positief.
Dit heet het tribo-elektrisch effect. Hoe sterk het is hangt af van de eigenschappen van de stoffen die je met elkaar in contact brengt. Op wikipedia vind je een overzichtje van de zg tribo-elektrische reeks:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Tribo-elektrisch_effect
Bovenaan vind je stoffen die makkelijk elektronen afstaan (en dus positief geladen zullen worden), en onderaan stoffen die makkelijk wat elektronen extra vasthouden. Hoe verder twee stoffen in deze reeks uit elkaar staan, hoe makkelijker er lading wordt overgedragen.
Beetje duidelijk zo?
Groet, Jan