Dag Kim,
Je hebt een beetje gelijk, 100 km/h plus 10 km/h is niet 110 km/h. Echter, bij het soort snelheden dat je nu noemt (en eigenlijk bij alle praktische snelheden die we op aarde kennen) moet je héél ver achter de komma gaan kijken voordat je het verschil ziet.
Pas bij heel hoge snelheden komt de speciale relativiteit goed merkbaar om de hoek kijken. Dat soort hoge snelheden worden dan ook wel relativistische snelheden genoemd. Vlieg je in een ruimtetuig met de halve lichtsnelheid en schiet je dan een kogel af met óók de halve lichtsnelheid, dan gaat die kogel echt niet met (½+½=) 1 x de lichtsnelheid richting slachtoffer.
http://www.sonnenborgh.nl/informatie/info/faq/faq012.htm
"In werkelijkheid kun je deze relativistische snelheden namelijk niet bij elkaar optellen, zoals je dat met alledaagse, niet-relativistische snelheden wel kunt. Dit heeft weer met die tijdvertraging te maken. Er is een speciale functie die beschrijft hoe je deze snelheden dan wel wel optelt:
%7D%7B1&space;+&space;%5Cfrac%7Bv_1&space;%5Ccdot&space;v_2%7D%7Bc%5E2%7D%7D)
Hierin zijn v1 en v2 de afzonderlijke snelheden en c de lichtsnelheid.
vul maar in: ½c plus ½c geeft 0,8c :-?
Jawel ! Maar vul hem in voor je hardloper in de bus, en v1·v2/c² wordt zó verwaarloosbaar klein dat je toch (nagenoeg) op 110 km/h uitkomt.
Die speciale relativiteit is best nog een heel verhaal trouwens. Maar heb je hier voorlopig genoeg aan?
Groet, Jan