Dag C,

Da's allemaal nogal wat tegelijk. Het zou handig zijn als je er overál bijvertelde waar je vastliep.

1a) schrijf de formule uit de bijlage om naar een vorm "tau = ........ "

vul dan in de plaats van elke grootheid aan de rechtse kant de eenheid van die grootheid in (in SI GRONDeenheden ) en vereenvoudig zo ver mogelijk.

1b) vast ergens fouten met gebruik van cm² ipv m² en dergelijke, of gewoon een suffe rekenfout met je tienmachten.

1c) mits gebruik van de juiste v_max-formule, ja

 2a) in je slingertijdformule zit een factor g (valversnelling). Die is op de maan niet 9,81 m/s², maar .... m/s². (BINAS tabel 31)

2b)weer zo'n v_max-formule. Hang overigens eens een gommetje of zo op aan een stukje garen, en kijk eens goed op welk punt dat gommetje de hoogste snelheid bereikt als je het heen en weer laat zwaaien?

Laat maar weten waar je nog vastloopt, maar aub niet teveel tegelijk.

Groet, Jan

Bij 1c kom ik niet echt uit. Vmax= 2pi x A/ T

A= 0,03 m en T kan je uitrekenen via gegeven formule. Maar ik krijg een ander getal.

Bij 1b heb ik 60cm2 omgezet in 0,006 m2 en 104 KPa in 104000 Pa, maar ik kom steeds uit op een ander antwoord.

dag C,

wat ik met betrekking tot de veerconstante over het hoofd zag, een luchtveer heeft toch helemaal geen veerCONSTANTE, althans niet in de zin zoals ik die ken, dwz  c= F/u ?

Met gegevens van volume en doorsnede kun je berekenen dat de cilinder een lengte van 5 dm heeft. Stel ik begin met 1 bar druk erin, en ik druk de "veer" 2,5 dm in. De druk verdubbelt, ik heb een kracht "x"N nodig. Nu verdubbel ik mijn kracht. Echter, de indrukking wordt nu niet verdubbeld: ik krijg de veer slechts een extra 1,25 dm ingedrukt. Kracht en indrukking zijn dus niet lineair afhankelijk van elkaar, er is geen vaste verhouding tussen kracht en indrukking (wat de definitie is van veerconstante zoals ik die ken.

Hoe wordt jij geacht de veerconstante te berekenen?

Groet, Jan.