Een batterij is een spanningsbron. Als de batterij op is, levert de batterij dus geen spanning meer. Zolang er wel spanning is, kan er een stroom gaan lopen als je een elektrisch apparaat (bijvoorbeeld lampje of motortje) op de batterij aansluit.
De batterij levert de spanning op basis van een scheikundig proces, als de grondstof hiervoor op is (de reactie is bijna afgelopen) zakt de spanning die de batterij levert in en is de batterij 'leeg'.