Dag Jim,
(geef je je onderwerp de volgende keer aub een beetje een duidelijke titel? Nu heb ik dat maar even voor je gedaan)
Een bewegingsvergelijking vertelt je iets over de snelheid van het voorwerp op elk tijdstip.
de snelheid van een voorwerp op een tijdstip t schrijf je als v(t)
De beginsnelheid (op tijdstip 0) ken je: v(0) = 6 m/s
Terwijl je voorwerp omhoog beweegt werkt de zwaartekrachtversnelling g erop: 9,8 m/s². Je voorwerp gaat met een beginsnelheid omhoog, de zwaartekrachtversnelling werkt daar precies tegenin. Die versnelling geven we daarom maar een minteken: g= -9,8 m/s².
En nu maar even puzzelen. Je begint met 6 m/s. Een versnelling van -9,8 m/s² betekent: elke seconde neemt die snelheid met 9,8 m/s af.
Ik zou zeggen, maak eens een tabelletje met tijd en snelheid, seconde voor seconde. Zet die gegevens in een diagram met v(t) op de y-as, en t op de x-as, een v/t grafiek. En probeer dan eens te bedenken hoe de vergelijking eruitziet die bij die grafiek hoort.
Loop je vast, kom gerust terug, maar vertel dan wél wat je al gedaan hebt en waar je vastloopt. Een gif-plaatje van je grafiek kun je als bijlage uploaden.
Groet, Jan