Reacties
Dag Loek,
Je laat iets afkoelen. Wat bedoel je dan met je variabelen hoek en afstand? Want dat kan ik niet thuisbrengen.
Een wat completer omschrijving van wat je deed en met welke bedoeling zou nuttig zijn om je verder te kunnen helpen.
Groet, Jan
Bijlagen:
Dag Loek,
Zo, jullie zijn wél bezig geweest zeg. En nou niet bepaald de eenvoudigste proef om duidelijke conclusies uit te trekken.
Het eerste wat je je moet afvragen: hóe raakt het water in je beker warmte kwijt. Warmtetransport gebeurt op drie manieren, stroming, straling en geleiding. Welke van die drie manieren beïnvloed je met je luchtstroom?
Dan heeft water nóg een manier om warmte kwijt te raken: verdamping. Hoe wordt dát beïnvloed door je luchtstroom? (hint: beweeg je droge vinger heen en weer. Hoe voelt dat? Maak je vinger nat: hoe voelt dat?. Bedenk dat de verdampingswarmte van water enorm groot is.
Dan is de hoeveelheid warmte die verloren kan gaan nog afhankelijk van het oppervlak waardoor dat warmtetransport kan plaatsvinden, (hoe groter het wateroppervlak, hoe meer warmte er per seconde kan worden afgevoerd, en golven vergroten nou eenmaal ook het contactoppervlak)) en van het temperatuursverschil tussen warmtebron en directe omgeving (hoe groter dat temperatuursverschil, hoe sneller dat warmtetransport).
Dat zijn nogal wat parameters. En met al die parameters heb je zitten spelen. Rekenen hieraan lijkt me eerlijk gezegd een (te) heftige klus.
Maar wat je best zou kunnen doen: Die hypothesen heb je eigenlijk al gesteld voordat je begon, door verschillende hoeken en afstanden voor je föhn te kiezen. In een hypothese proberen te beredeneren hoe elk van de instellingen van je föhn al die verschillende manieren van warmteafvoer zou kunnen beïnvloeden, en wat daarvan dan het totaalresultaat zou moeten zijn. Die hypothesen ga je dan toetsen aan je resultaten.
En dan maar conclusies trekken.
Succes, Jan