Sprongkracht

Jirina stelde deze vraag op 15 december 2007 om 20:19.

Ik moet voor onderzoek op school meten de relatie tussen gewicht en spronghoogte. Op het internet heb ik deze formule gevonden:

Power=massa.(4,9.Spronghoogte)^2

Het probleem is dat ik geen idee heb  of deze formule klopt en hoe ze eraan gekomen zijn. Kan iemand me hiermee helpen? 

Reacties

Jan op 15 december 2007 om 23:21

Dag Jirina,

Die formule zoals ik hem daar lees kan haast niet kloppen. Maar misschien is hij anders bedoeld? Kun je hier de link eens plaatsen waar je dat vond, en er even bij vertellen waar ergens in die site?

Groet, Jan

Jirina op 16 december 2007 om 13:00

Dit is de link:

http://www.topendsports.com/testing/tests/vertjump.htm

Als je naar onder doorscrolld kom je hem vanzelf tegen.

Jan op 16 december 2007 om 13:21

Dag Jirina,

Ik begin het al wat beter te snappen. Die formule geeft het vermogen P voor die sprong, niet de kracht. Omdat je de formule in het nederlands bracht en in je topictitel het woordje kracht gebruikte zag ik een at vermogen niet.

Als je je massamiddelpunt een bepaalde hoogte h geeft door te springen, geef je jezelf daarmee een hoogte-energie Ez = m x g x h (dat geeft een uitkomst in joule). Hierin is g de valversnelling op aarde, 9,8 m/s².

Die energie geef je aan jezelf door een arbeid W te verrichten, en die kun je berekenen door de kracht F die je uitoefent maal de afstand s waarover je die kracht uitoefent: W = F x s (dat geeft ook een uitkomst in joule) Zak je voor de sprong bijvoorbeeld 40 cm door je knieen, dan is die s in die formule 0,4 m.

Door dan gelijk te stellen m x g x h = F x s kun je de kracht uitrekenen die je tijdens je afzet gemiddeld hebt uitgeoefend.

Kun je hier wat mee, of moet je toch naar dat vermogen P?

Groet, Jan

 

Philip op 24 december 2007 om 18:49

Hallo Jan,

Moet je niet ook de kinetische energie van de springer in de vergelijking meenemen? Ik zou zeggen:

Hoogte = 0,5 . ((F . dt)/m - g . t) met F = Sprongkracht, dt = Tijd dat deze sprongkracht uitgeoefend wordt, m = Massa springer, g = valversnelling en t = Tijd die nodig is om het "dode punt" te bereiken.

Jan op 25 december 2007 om 10:00

Dag Philip,

Je vraagt of ik niet naar de kinetische energie van de springer moet kijken. Volgens mij is dat wat ik doe. De arbeid F·s geeft de kinetische energie direct na de afzet, en die stel ik gelijk aan de uiteindelijke hoogte-energie m·g·h op het hoogste punt.

Met jouw formule

Hoogte = 0,5 . ((F . dt)/m - g . t)

gaat er iets niet helemaal goed. Als ik voor je grootheden de bijbehorende eenheden invul (met voor F: N=kgm/s²)dan stel je hier een afstand gelijk aan een snelheid.

Prettige feestdagen,

Jan

Philip op 26 december 2007 om 20:21

Hallo Jan,

Ja, ik heb een algebraïsche blunder gemaakt, daar kwam ik zelf ook vlak na plaatsing achter. De bedoelde formule is h = ((F . dt) / (m . wortel(2 . g)))^2. Nogmaals excuses.

 

Philip

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft zes appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)