Het is me nu denk ik ongeveer gelukt..

Bij een kleinere bronspanning is de inwendige weerstand ook kleiner. In mijn geval wordt de inwendige weerstand 2x zo groot als de bronspanning 2,4x zo groot wordt.

Is dit een goede conclusie?

Dag Sandra,
De batterij van 4,5 V bestaat vermoedelijk uit drie cellen die in serie zijn geschakeld. De bronspanning van de batterij is dan de som van de bronspanningen van de afzonderlijke cellen. Ook de inwendige weerstanden kun je optellen.
Is je cel één van de cellen uit de batterij (of uit een batterij van hetzelfde type)? Zo ja, dan heb je slechts één ding gevarieerd (het aantal cellen). Dan kun je een conclusie trekken over het verband tussen enerzijds het aantal cellen en anderzijds de bronspanning of de inwendige weerstand.
Als je echter de batterij hebt vergeleken met één cel van een andere soort, vergelijk je appels en peren. De bronspanning en de inwendige weerstand hangen af van de gebruikte stoffen in de cel/batterij; Ri bovendien van de dwarsdoorsnede en de lengte van de kolom,... Je kunt dan niets meer concluderen over het verband tussen het aantal cellen enz. Je kunt dan alleen ng concluderen dat de batterij een grotere bronspanning en inwendige weerstand heeft dan de enkele cel...
Groeten, Jaap Koole