proefje

Thomas stelde deze vraag op 09 september 2007 om 11:56.

Ik heb gelezen dat licht voor elke waarnemer met een constante snelheid beweegt. Dus zelfs als een mens met de lichtsnelheid beweegt ( wat praktisch niet mogelijk is), dan zou het licht nog altijd even snel voor hem moeten bewegen.

Nu vroeg ik mij af: stel dat je een wedstrijd zou houden tussen een mens en een lichtstraal. Voor de mens die deelneemt, zou de laserstraal na één seconde al 300.000 km ver zijn. Maar een waarnemer die niet beweegt ten opzichte van de deelnemer, zou de mens en de lichtstraal naast elkaar zien.

Na een bepaalde afstand wordt de lichtstraal opgevangen door een lichtdetector die iets ingang zet (een machine). En daar zit mijn probleem. Want voor de deelnemer zou die machine al gestart moeten zijn voordat hij aankomt, terwijl voor de waarnemer die machine pas start als de mens daar is.  Aangezien een machine maar één keer kan starten, lijkt me dit zeer raar. (Dat is hoe ik redeneer en hoe ik dit begrepen heb)

Ik hoop dat jullie me kunnen helpen en dat ik dit duidelijk geformuleerd heb.

Reacties

Bas op 09 september 2007 om 13:11

Hoi Thomas,

Leuk dat je je vragen stelt over speciale relativiteitstheorie! Er zijn veel leuke en ingewikkelde gedachtenproefjes te verzinnen.

Belangrijk onderdeel van die gedachtenexperimenten zijn de begrippen 'tijdrek' en 'lengtekrimp'. Steek die twee zoekwoorden eens in de zoekmachine van deze site.

Groeten!

Bas 

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft zestien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)