De soortelijke smeltwarmte van ijs is 3,33*10^5 J/kg. De soortelijke warmtecapaciteit van ijs is 2090 J/(kg*K) die van water is 4190 J/(kg*K), en die van glas 840 J/(kg*K). Men gooit een ijsblokje van 15 g met een temp van -15 graden in een glas water warvan de temp 25 graden is. Het glas heeft een massa van 100g en er is 200g water in. De eindtemperatuur als warmteverliezen naar de omgeving toe verwaarloosd worden is
a) 24,4
b) 18,5
c) 20,8
d) 17,9
Mijn berekeningen tot nu toe: De hoeveelheid warmte dat vrij komt is 333*15 ----> 4995 J
Q(ijs)= 2,090*15*15= 470,25
Q(water)= 4,190*200*delta T ---> na het smelten Q=4,190*215*delta T
Q(glas)= 0,840*100*delta T
Q= 4995 - 470,25 = 4524,75 ---------------------------------------> 4524,75 = 4,190*215*delta T + 0,840*100*delta T-----------> delta T = 4,59 graden
Dus 25-4,59 = 20,04 --> het antwoord staat er wel niet bij dus zou ik voor antwoord c gaan
goede antwoord moet zijn d