Dag Charlotte,
Zoals je terecht opmerkte, trillen beide snaren met dezelfde frequentie f.
Voor de golf in de snaar geldt f=v/λ met v is de voortplantingssnelheid van de trilling en λ is de golflengte. f₁=f₂ → v₁/λ₁=v₂/λ₂ → v₁/v₂=λ₁/λ₂ (*)
Als een losse snaar wordt aangeslagen, trilt hij vooral in de grondtoon. Er past dan ½ golflengte op de lengte L van de snaar. De golflengte λ₁ is dus twee maal de lengte L₁ → λ₁=2×L₁ en evenzo λ₂=2×L₂. Substitueer deze uitdrukkingen voor λ₁ en λ₂ eens in de eerdere vergelijking (*). En vul de bekende waarden van L₁ en L₂ in...
Groeten, Jaap Koole

Dag Jaap,

Erg bedankt! Ik heb nog een vraag.

Jij schrijft:
"Als een losse snaar wordt aangeslagen, trilt hij vooral in de grondtoon. Er past dan ½ golflengte op de lengte L van de snaar.  De golflengte λ₁ is dus twee maal de lengte L₁ "

Is het altijd zo dat een losse snaar vooral in de grondtoon trilt als hij wordt aangeslagen? Kan je mij de redenering hierachter eens verklaren...ik snap het namelijk niet. (de rest van je uitleg begrijp ik wel, maar zonder dit gegeven zou ik niet verder gekunt hebben dus...)

Groetjes,

Charlotte