Dag Joanna,
In dit verband is de grootheid vervalsnelheid mij niet bekend. Ik ben zo vrijmoedig aan te nemen dat geldt vervalsnelheid=vervalconstante=λ=ln(2)/τ met τ is de halveringstijd.
Het oorspronkelijke aantal moederkernen (op t=0) is N(0).
Het aantal moederkernen dat op het tijdstip t nog aanwezig is, is N(t)=N(0)*e^(–λ*t).
Het aantal vervallen moederkernen is N(0)–N(0)*e^(–λ*t).
Haal nu eens N(0) buiten haken.
En vraag je af: als er ΔN moederkernen zijn vervallen, zijn er ... dochterkernen ontstaan.
Groeten, Jaap Koole