Dag Doky Ulan,
Desintegratieconstante is het zelfde als de vervalconstante λ.
Er geldt  λ = ln(2)/τ ≈ 0,693/τ met τ is de halveringstijd (=halfwaardetijd, vaak geschreven als t_½).
De desintegratieconstanste is dus niet het omgekeerde van de halveringstijd, maar een factor ln(2) groter dan dat. De ln(2) betekent de natuurlijke logartime van het getal 2.
De desintegratieconstante wordt wel gebruikt om te berekenen hoeveel kernen nog over zijn na een tijdsduur t: N(t)=N(0)*e^(-λ*t). Dit komt op hetzelfde neer als N(t)=N(0)*(½)^(-t/τ).
Groeten, Jaap Koole

Hoi Doky ik heb voor jou een voorbeeldje...

Voor de radioactieve  14C6-nuclide (ik typ het zo omdat ik niet weet hoe je dat 14tje bovenaan de C zet en dat 6 onderaan, dus srr begrijp je wat ik bedoel?) is de desintegratieconstante=12*10^-5/jaar

Bereken dan de halveringstijd!!! Probeer die maar eens ik zal in een volgend vakje het juiste antwoord en oplossingsmethode geven.

Grtz van .

Hoi Doky, Hier komt ie...

de halveringstijd=T1/2= ln2/vervalconstante=0,693/(12*10^-5)= 5,8 * 10^3 jaar!!!

Na ongeveer 5,8 jaar is het aantal radioactive 14C6-deeltjes met de helft verminderd.

Groetjes van bolletje=puntje=stip