Dag Marie,
Wat bedoeld wordt met arbeid, heb je goed gezegd. Bij de adiabatische expansie van het gas is de "omgeving" de lucht die door het gas opzij wordt gedrukt, of bij voorbeeld de zuiger die de cilinder waarin het gas zich bevindt, afsluit. Het gas heeft een zekere druk en oefent dus een kracht op de omgeving uit. De omgeving ondergaat daarbij een verplaatsing in de richting van de kracht. Het gas verricht dus arbeid op de omgeving; zie je eigen omschrijving van arbeid.
Arbeid verrichten kost energie. In dit geval wordt de benodigde energie geleverd door de inwendige energie van het gas. Dat wil zeggen dat de inwendige energie van het gas afneemt.
(De inwendige energie van het gas bestaat uit de kinetische energie van de gasdeeltjes en hun potentiële energie; bij een ideaal gas is de potentiële energie nul en bij een reëel gas is de potentiële energie zeer gering omdat de gasdeeltjes elkaar nauwelijks aantrekken.)
Dat de expansie adiabatisch verloopt, betekent dat er geen warmte-uitwisseling met de omgeving is, zoals eerder uitgelegd door Melvin. De energie die nodig is voor het verrichten van arbeid, kan het gas dus niet verkrijgen door warmtetoevoer vanuit de omgeving naar het gas.
Groeten,
Jaap Koole