Stellaire Aberratie

Carel stelde deze vraag op 12 juli 2007 om 18:01.

De SRT geeft een verklaring voor de waargenomen stellaire aberratie. De stellaire aberratie zou theoretische het gevolg zijn van de relatieve snelheid tussen aarde en ster. 

De periodiek wisselende snelheid van de Aarde t.o.v. van de ster gedurende het jaar verklaart derhalve de jaarcyclus van de alternerende stellaire aberratie.

Bij dubbelsterren draait niet alleen de aarde om de zon, maar draait ook de dubbelster om zijn begeleider. De relatieve snelheid tussen Aarde en dubbelster is dan de sommatie van de beweging van de Aarde om de zon en de beweging van de dubbelster om zijn begeleider.

De waargenomen stellaire aberratie van een dubbelster moet dus een periodiciteit kennen afhankelijk van de rotatie van de Aarde om de zon en de rotatie van de dubbelster.

Hoe verklaart de SRT theoretisch het feit dat de stellaire aberratie slechts bepaald wordt door de beweging van de Aarde om de zon?

Reacties

Bert op 15 juli 2007 om 23:12

Beste Carel,

je opmerking over het probleem met de dubbelster is niet onbekend. Ik vond op de onderstaande link een postscriptfile met nuttige informatie:

ftp://ftp.ncsa.uiuc.edu/ncsapubs/preprints/TR033/TR033.ps 

Met vriendelijke groet,

Bert Metz

Carel op 16 juli 2007 om 11:59

Beste Bert Metz,

Hartelijk bedankt voor de link.

De gegeven "oplossing" hier is volledig kunstmatig. Het verklaart niet dat de beweging van dubbelster in de stellaire aberratie niet waarneembaar is.

Wanneer de SRT geldig is en de stellaire aberratie verklaart, dan moet de SRT ook theoretisch een verklaring bieden voor het niet waarnemen en dat gebeurt hier in het geheel niet.

De gegeven verklaring zou wel hout snijden wanneer er sprake is van dragged ether, maar dan is de SRT onjuist!

Vr. groet.

 

Carel

Carel op 16 juli 2007 om 12:11

Beste Bert Metz,

Nog vergeten te zeggen, maar het niet waarnemen van de eigenbeweging van de dubbelster is een empirisch gegeven dat de SRT weerlegt, wanneer er geen theoretisch antwoord mogelijk is met SRT.

Wanneer de geven "verklaring", middels jouw link, theoretisch juist zou zijn, dan was er wel een artikel verschenen hierover in een wetenschappelijk peer reviewed journal.

Vr. groet,

Carel 

Bert op 16 juli 2007 om 15:55

Beste Carel,

ken je ook het artikel: "Relativity and Aberration" van T.E. Phipps in The American Journal of Physics Vol.57, p.549, (June 1989) ? Dit is wel gepubliceerd in een peer reviewed journal, en de strekking van het verhaal is ongeveer hetzelfde als die van het artikel van Rothman et al.,  namelijk dat de snelheid van de ster t.o.v. van de aarde geen rol speelt. Ook de beweging van de aarde om de zon (zoals jij schreef) speelt geen rol. Voorzover ik het begrijp gaat het alleen om de richting van de waarnemer tov de (lokale) richting van het licht dat door de ster uitgezonden is.

Stel je maar voor dat dit licht in een korte flits werd uitgezonden, dan kun je met geen mogeijkheid zeggen in welke richting de ster op dat moment bewoog. Maar ten gevolge van de relatieve beweging van de waarnemer t.o.v.  de (lokale) voortplantingsrichting van het licht heb je toch met aberratie te maken.

Het probleem lijkt mij eerder te zijn, dat in een aantal leerboeken het verschijnsel aberratie verklaard is mbv de relatieve snelheid van de ster tov de waarnemer. Dat gaat goed totdat je met de experimentele feiten van de dubbelster komt. Dan valt dit verhaal in duigen.

Dat betekent echter nog niet dat het dubbelsterverhaal de SRT weerlegt, maar wel dat je je goed moet afvragen wat v in de formule van de aberratie voorstelt, voordat je aan het rekenen gaat.

Met vriendelijke groet,

Bert Metz

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft eenentwintig appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)