Beste p.t. de jong,

Wat je cursusleider gebruikte lijkt m*g*h, dat is de zwaarteenergie in joule van een voorwerp.

 4 kiloJoule dus.

Maar dit heeft geen directe invloed op de kracht van de klap. Daarvoor moet je weten hoe lang het afremmen bij de landing duurt. 

Bij een harde ondergrond en gestrekte benen zal je bijna direct tot stilstand komen, dit betekent dat er een zeer grote kracht op je lichaam komt te staan! Uitkijken op de steiger dus.

Groeten,

Bas 

Dag P.T. de Jong, Bas
Het is me niet duidelijk wat de cursusleider bedoelt met 5*80*10. Zoals Bas aangaf, lijkt dit te gaan over energie, maar dat is niet gevraagd.
De berekening bevat een rekenfout: de uitkomst is 4000 en niet 40000. Misschien bedoelt de cursusleider met 5*80*10 de kinetische energie waarmee u op de grond belandt. Deze kinetische energie is even groot als de hoeveelheid omgezette zwaarte-energie, waarvoor geldt m*g*h=80*10*5=4000 joule= 4000 J.
Helaas is dat niet de "massa of kracht tijdens een val" (titel van de vraag van P.T. de Jong) en het is ook niet de impuls die op de botten inwerkt. Wat betreft de kracht tijdens het afremmen sluit ik me bij Bas' reactie aan.
De impulsverandering tijdens het afremmen kan wel worden berekend. Daartoe berekenen we eerst de landingssnelheid v=wortel(2*g*h)=wortel(2*9,8*5)=9,9 m/s.
De impulsverandering is massa*snelheidsverandering= 80*(−9,9)=−792 kg*m/s=−8*10² kg*m/s
waarbij het minteken aangeeft dat de impulsverandering tegengesteld gericht is aan de landingssnelheid.
Als u met gestrekte benen landt op een harde ondergrond zonder dat de gewrichten buigen, moet u vrezen voor ernstig letsel.
Groeten, Jaap Koole