omkeringsprincinpe

Tara stelde deze vraag op 22 mei 2007 om 21:26.

Kun je mij uitleg geven over het omkeringsprincipe? Stel dat je een beeld hebt die voor een bolle lens staat. Wat gebeurt er dan met het beeld als je de waarden van de voorwerpsafstand en de beeldsafstand omdraait?

groetjes

Reacties

Jaap op 22 mei 2007 om 21:34

Dag Tara,
Stel dat een voorwerp voor een bolle lens staat, en dat achter de lens een scherpe afbeelding (beeld) van het voorwerp ontstaat. In zo'n geval kun je de richting van de lichtstralen omkeren. Dat heeft een paar gevolgen.
- Het nieuwe beeld ontstaat op de plaats van het oude voorwerp.
- Als je de waarden van de voorwerpsafstand v en de beeldafstand b in de lenzenformule 1/v+1/b=1/f verwisselt, krijg je weer dezelfde waarde van de brandpuntsafstand f.
- Als je in de eerste situatie een verkleind beeld kreeg, krijg je in de omgekeerde situatie een vergroot beeld.
Als het niet duidelijk is: stel gerust vervolgvragen. Liefst met een voorbeeld of een tekening.
Groeten, Jaap Koole

Tara op 22 mei 2007 om 21:46

Nog even een vraagje:) Stel dat de richting van de constructiestralen gewoon hetzelfde blijft. Eerst was de voorwerpsafstand 4 cm en de beeldsafstand 26 cm. Wat gebeurt er dan met het beeld als ik van de voorwerpsafstand 26 cm maak en van de beeldsafstand 4 cm maak?

groetjes  

Jaap op 22 mei 2007 om 22:10

Dag Tara,
Als je instelt v=26cm en b=4cm in plaats van v=4cm en b=26cm, krijg je opnieuw een scherpe afbeelding (een reëel beeld), en wel op dezelfde plaats als in het eerste geval. In beide gevallen is het beeld "onderste boven" en is het links/rechts gespiegeld. Dat alles verandert dus níet.
De grootte van het beeld verandert wel.
Eerste situatie, v=4cm en b=26cm: N=b/v=6,5 dus het beeld is 6,5 maal groter dan het voorwerp.
In de tweede situatie is het beeld juist 6,5 maal verkleind.
Er zijn twee goede manieren om je overtuigen: een constructietekening maken of (nog beter) een proefopstelling maken. Doen!
Groeten, Jaap Koole

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Ariane heeft vijf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Ariane nu over?

Antwoord: (vul een getal in)