Beste Jaap,

Je vraagt wel wat! Een toename van de versnelling en een afname van de tijd bij een toename van de hoek.

Ik doe het in twee delen: 0.5*a*t^2 = 0.5*(a+0.8)*(0.89t)^2. Dus a = (a+0.8)*0.89^2. Dat geeft a=3.05 m/s^2. Dit lijkt mij voor de gemiddelde VWO6 leerling eigenlijk al heel erg moeilijk.

Maar dan deel 2: Fz,evenwijdig = mgsin(alfa), Fn = mgcos(alfa). Fw = cFn = mcgcos(alfa). Dus: a/g = sin(alfa)-ccos(alfa). Maar weer heb je geen getallen om in te vullen, maar alleen een verandering om een stelsel vergelijkingen mee te maken: (a+0.8)/g = sin(alfa+3)-ccos(alfa+3). Vul a en g in en werk de sin en cos uit met de somformules. Dan heb je een stelsel waaruit je eerst c kunt oplossen en vervolgens alfa. Maar dat is alweer een vette kluif om te bedenken en ook nog een op uit te werken.

Groet. Oscar

Beste Jaap, Oscar,

Wat ik mij afvraag bij het lezen van dit soort opgaafjes is of we hiermee ons doel als docenten, m.i. begrip en inzicht kweken in de fysica, niet een beetje voorbij schieten. Ik zie hier in gedachten leerlingen op stranden die de principes overigens prima begrijpen. Vind ik zonde.

Groet, Jan

Dag Oscar,
Bedankt voor je inhoudelijke reactie, die aansluit bij wat ik zelf had gevonden.
Gelukkig zijn er, ook in Nederland, vwo-ers die gemotiveerd zijn voor opgaven die verder gaan dan invuloefeningen.
Groeten,
Jaap Koole