Iwan
stelde deze vraag op
08 januari 2015 om 13:02.
Hoe kan ik de kracht berekenen op de staander met een hoogte van 1,1 meter
Reacties
Theo de Klerk
op
08 januari 2015 om 15:07
Dat is een recht-toe-recht-aan toepassing van de krachtmomentenwet.
Stel dat de bovenste spijker of schroef (op 1.1 m) er niet zou zijn. Neem ook even aan dat de plank dan niet meteen naar beneden valt maar even op zijn plek blijft. Die tegel van 28 kg zal dan iets met de L-vormige plank doen: deze zal gaan draaien tegen de klok in. 1) waar zal de plank gaan draaien?
De tegel oefent een krachtmoment uit op de plank en de grootte is de kracht waarmee de tegel dit doet maal de (loodrechte) afstand tot het draaipunt. M = F x d (kracht x arm) 2) hoe groot is het krachtmoment dat de tegel op de plank uitoefent tov de draaias?
Als de plank niet op een of andere manier wordt tegengehouden door een kracht die zorgt dat er precies even hard in de tegengestelde richting wordt gedraaid, dan zal de plank door de tegel gaan draaien. Hij doet dat niet, dus die tegenkracht is er. 3) Wat zorgt voor die tegenkracht?
Als een voorwerp dat kan draaien het niet doen dan betekent het dat alle momenten van alle krachten op het voorwerp elkaar precies tegenwerken. De tegenkracht uit (3) zorgt dus voor een draaiing met de klok mee en wel met een krachtmoment dat even groot is (maar tegengesteld in richting) als wat de tegel doet. 4) Hoe groot is dat krachtmoment dan?
Dat moment wordt ook berekend met M = F x d maar nu voor de kracht F die de schroef of spijker uitoefent en met d als afstand tot hetzelfde draaipunt. 5) Hoe groot is de (loodrechte) afstand tot het draaipunt? 6) Je kent nu twee krachtmomenten, van tegel en spijker. Ze zijn even groot. Van de tegel kun je die berekenen. Van de spijker weet je alleen de afstand. Dus kun je nu de kracht die de spijker uitoefent daaruit berekenen: F = M/d