Springend persoon; versnelling en vermogen tijdens afzetten

Jonas stelde deze vraag op 21 februari 2007 om 20:58.

Hallo!

Ik wil een videometing doen over een springend persoon, en ik wil hierbij de versnelling en het vermogen uitrekenen tijdens het afzetten. Heeft iemand enig idee hoe ik dit kan berekenen?

Ik weet de massa. De tijd en verplaatsing kan ik uit de videometing halen.

Zelf had ik het volgende idee:

  • eerst a te berekenen via of v/t of s=1/2 a t^2. Weet iemand welke ik moet kiezen? En als ik die eerste moet kiezen...hoe moet ik dan de v berekenen?
  • Als ik de a heb, kan ik F = m x a doen, en daaruit volgens mij een F berekenen.
  • Vervolgens het vermogen uitrekenen via P=F (die je net hebt berekend) x v (die ik dus bij punt 1 heb berekend).
     

Als iemand een idee of opmerking heeft, hoor ik dat heel erg graag!

Alvast bedankt,
Jonas.

Reacties

Bas op 21 februari 2007 om 22:15

Hoi Jonas,

Wat een leuk idee, lijkt me erg geschikt. Ook je benadering lijkt me prima. Wat je zou kunnen doen op basis van je videometing is het nemen van een aantal meetpunten. Je zou voor ieder beeldje (of voor iedere vijf beelden bijvoorbeeld) de positie van de springer kunnen bepalen. 

Daar kan je een grafiek van maken. Als het verband kwadratisch is is de versnelling constant geweest (volg je dat?) en kan je dat getal bepalen. Je kunt dat doen door een 'kwadratische fit' uit te voeren (begrijp je wat dat is?). Ik geloof dat zelfs Excel dat kan. 

Veel succes en met vragen kan je je altijd melden! 

Groeten,

Bas 

Jonas op 22 februari 2007 om 08:50

Hoi Bas,

Bedankt voor je snelle reactie. Ik snap het tweede deel wel, alleen het eerste niet; het nemen van een aantal meetpunten door voor ieder beeldje de positie van de springer kunnen bepalen.
Wat voor beelden bedoel je hierbij? De videometing (van ong. 3 sec) in verschillende beelden delen?

En je zei ook dat mijn manier goed is, maar weet jij ook hoe ik de a het beste kan berekenen; dmv s=1/2 a t^2 of a=v/t.

En weet jij ook hoe ik de v kan berekenen?

Bedankt!!

 

Bas op 22 februari 2007 om 10:29

Hoi Jonas,

Het handige van een videometing is dat je redelijk nauwkeurig tegelijk de tijd en positie van een voorwerp kunt bepalen. Stel dat je videocamera 25 beeldjes per seconde opneemt. Bij het terugspoelen zou je iedere vijf beeldjes de positie van de springer kunnen bepalen (neem de positie van een heup of een schouder). Je weet dan dat je stapjes van precies 0,2 seconde genomen hebt. Je krijgt een tabel die er  zoiets uit ziet:

t (s)  |  s (m)
0 |  0
0,2 |  0,01
0,4 |  0,03
etc

Hier kan je vervolgens een grafiek van maken. Zoals ik eerder schreef zal je de vorm van deze grafiek moeten analyseren om er achter te komen wat de snelheid en de versnelling van de springer tijdens en na de afzet is.

Je kunt daar allebei je formules voor gebruiken. Het mooist zou zijn als je een constante versnelling omhoog vindt tijdens de afzet. Wat verwacht je voor versnelling te vinden na de afzet?

Groeten,

Bas 

Jonas op 22 februari 2007 om 10:38

Okee, ik snap dat van de videobeeldjes. 

Ik denk dat als die persoon springt, de versnelling afneemt...hij stopt immers op en bepaald moment met omhoog gaan, en gaat daarna naar beneden (vanaf het moment van naar beneden gaan wordt de versnelling steeds groter)...toch?

Ik denk nu dat ik het zo kan uitrekenen: 

S=1/2 at^2 à a
F=mxa à F
W=Fxs à W
P = W/t à P
Jonas op 22 februari 2007 om 10:39
die à's zijn pijltjes maar die werken hier niet.
Bas op 22 februari 2007 om 11:37

Hoi Jonas,

Na de afzet werkt inderdaad alleen de zwaartekracht op de persoon, en zul je een neerwaartse versnelling vinden die hopelijk lijkt op 9,8 m/s^2.

De benadering die je opschrijft om het vermogen te vinden klopt. Ik zou me alleen eerst zorgen maken over de versnelling tijdens de afzet. Zo weet je nog niet of die constant is.

Groeten,

Bas 

Nona op 15 oktober 2008 om 17:54
hoooi

Ik heb een vraagje: Waar staat de S voor?

in de formule W=FxS

groetjes, Nona
Jan op 15 oktober 2008 om 19:29
Dag Nona,

Heb je een BINAS? Kijk dan eens in tabel 4. Het gaat om een grootheid (zoals altijd in een formule) en het is een klein s-je (afkomstig van het latijn spatium).

Vind je het niet, kom dan maar terug, verklap ik het.

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft tien appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)