serie en parallel schakeling flitslampen

Anne stelde deze vraag op 20 september 2006 om 22:40.

dag mensen,

ik hoopte dat jullie mij konden helpen met een vraag, waar ik niet uitkom. Ik doe een opleiding Fotografie en daar hoort ook het een en ander aan Natuurkunde bij. Hierkomt mijn opdracht;

Als eigenaar van een fotostudio krijg ik de volgende vraag.In verband met een special opdracht moet er zoveel en zo vaak per seconde geflitst moet kunnen worden. Hiervoor moet de fotograaf 15 keer per sec kunnen flitsen, met een zo'n groot mogelijk hoeveelheid licht. De studio heeft een hoofdzekering voor 10A. de beschikbare flisters zijn 600W en 900W lampen. hoeveel en welke flitsers kan ik maximaal aansluiten als ik deze in serie schakel en hoeveel als ik deze parallel schakel. Geef een uitleg over hoe de flitsers het beste geschakeld kunnen worden en licht dit toe met behulp van een berekening.

door middel van de weerstanden heb ik uitgerekend hoeveel lampen je kan schakelen, maar of ik nou het beste parallel kan schakelen of serie? ik kom er absoluut niet uit kan iemand me helpen??

groetjes Anne en alvast bedankt! 

Reacties

Melvin op 21 september 2006 om 00:03

Beste Anne,

Als het goed is, kom je uit op maximaal 2100 W aan lampen (2 van 600 en 1 van 900 W). Dit is het geval als je ze parallel schakelt.

Het in serie schakelen van de lampen zou niet zoveel zin hebben;

Ten eerste kunnen ze dan niet achter elkaar flitsen (alles of niets).

Ten tweede, áls ze tegelijk mogen flitsen:
als er bijvoorbeeld twee 600 W lampen in serie worden geschakeld, dan krijgt iedere lamp maar de helft van de stroom die nodig is om volledig te branden, omdat iedere lamp maar de helft van de spanning krijgt. De lampen krijgen dus minder energie en leveren een stuk minder licht dan dan wanneer ze vol aan staan. Hierdoor gaat uiteindelijk de totale lichtopbrengst erop achteruit.

Hopelijk is het nu duidelijk...
Groetjes,
Melvin

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Noortje heeft vijf appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Noortje nu over?

Antwoord: (vul een getal in)