Dag Harrie,
Volgens je formule voor I is de "lichtintensiteit" omgekeerd evenredig met het kwadraat van de afstand r tussen de lamp en het verlichte vlak. De afstand r wordt 2,4/0,5=4,8 maal zo klein. De "lichtintensiteit" wordt dan 4,8²=23 maal zo groot; dat is 23×0,8512=19,6 W/m².
De zonnecel heeft een oppervlak van 100 cm². Op een afstand van 50 cm ontvangt hij een vermogen P=A×I=0,0100×19,6=0,196 W in de vorm van licht. (Dit is niet helemaal juist, doordat de vlakke zonnecel licht vangt dat wordt verdeeld over een bolvormig oppervlak.)
Op deze afstand geeft je zonnecel een elektrisch vermogen van 0,1089 W af.
De zonnecel heeft zodoende een rendement van 0,1089/0,196×100%=56%.
Een zo hoge waarde is niet realistisch (lees: fout). De vraag rijst of je "omrekening" (?) van 140 lux naar 0,8512 W/m² wel juist is, want de omrekeningsfactor hiervoor verschilt sterk per golflengte. Hoe ben je hiertoe gekomen?

Groeten, Jaap Koole

Dag Harrie,

Volgens mij komt 1 lux overeen met 1,46 milliwatt/m2. Dan zou 140 lux dus overeenkomen met (140 x 1,46)/1000 = 0,20 watt/m2.

Met groeten,

Theo van Strien