Dag AnnaMarie,
Ik kan geen tekening sturen... daarom uitleg in woorden.
De bal is in rust. Dus is de resultante Fres van de drie krachten op de bal nul, volgens de eerste wet van Newton. De drie krachten zijn: de zwaartekracht Fz (gegeven); de spankracht Fsp van het koord op de bal; en de wrijvingskracht Fw van de luchtstroom op de bal.
a. Fz en Fw moeten samen Fsp opheffen. Trek eerst een stippellijn in het verlengde van het koord, schuin naar rechtsonder. Fz en Fw moeten samen een kracht langs deze stippellijn opleveren, schuin naar rechtsonder. Vervolgens trek je vanuit de pijlpunt van Fz een stippellijn naar rechts tot je de eerste stippellijn snijdt; het snijpunt noemen we S. Trek vanuit S een verticale lijn omhoog tot je in een punt P ter hoogte van de bal komt. Teken een pijl vanuit de bal tot P; dat is de pijl die Fw voorstelt (pijlpunt in P).
Meet de afstand van de bal tot S en teken een pijl met die lengte vanaf de bal langs het koord schuin omhoog. Die pijl stelt Fsp voor (de pijl begint bij de bal; de pijlpunt wijst naar linksboven en NIET naar rechtsonder!).
b. Meet de lengte van de pijl die Fz voorstelt; stel dat die 4 cm lang is. Je weet dat Fz=0,20 N. De krachtenschaal is dan: 1 cm komt overeen met 0,20N/4=0,05N.
Meet de lengte van de pijl van Fw. Met de krachtenschaal kun je uitrekenen hoeveel newton Fw is.
Hoe kun je tenslotte de grootte van Fsp bepalen?
Succes,
Gregorius