spanningsverschil motor

Neveil stelde deze vraag op 31 december 2014 om 15:26.

Een generator van 224V (klem)spanning en int. weerstand van 0,1 ohm staat in kring met twee parallelle motors die elk 40A verbruiken. Heen- en terugleiding door motor 1 heeft 0.1 ohm weerstand; heen en terugleiding vanaf motor 1 is 0,2 ohm. De spanningen op de motors zou ik als volgt berekenen: (klem) spanning motor 1 = 40 A (0,1 ohm+0,1 ohm) = 8 V
(klem)spanning motor 2 = 40 A.(0,1 ohm+0,1 ohm + 0,2 ohm) = 16 V; En dan is volgens mij de inwendig espanningsval = inw. R x I = 80A.0,1 ohm is 8V; dus de (bron)spanning = 224V + 8V = 232 V; Maar als ik dat controleer met een andere berekening klopt het niet meer: (klem) spanning generator = i x uitw. R = 80A.0,3 = 24V en (bron)spanning generator = i x ganse R = 80A. (0,1+0,2+0,1) = 32V ??

Reacties

Jan van de Velde op 31 december 2014 om 16:10
hier klopt een heleboel niet. 


De letterlijke opdracht zou fijn zijn, want anders krijgen we mogelijk onopgemerkte interpretatiefouten en zijn we weer heel lang bezig. Je geeft een serie berekeningen, maar ik heb geen idee wát je aan het berekenen bent en waarom. En da's een belangwekkende vraag want je berekeningen kúnnen niet kloppen.

Een generator van 224V (klem)spanning en int. weerstand van 0,1 ohm

Want hoezo die interne weerstand er nog bij vermelden als de klemspanning al bekend is? Want die klemspanning is afhankelijk van de proportie van de interne weerstand in de totale weerstand. 

Teken om te beginnen deze schakeling, waarbij je elke draad, elke motor en ook de generator weergeeft als een weerstand. 
Teken ook ampèremeters bij de generator en elke motor, zoiets als hieronder. Ik weet niet of mijn interpreatie van die "heen en teruggdraden" , en de plaats van de aansluitingen van de voltmeter over de generator geheel juist is. Dat hangt af van de precieze bewoording in de opdracht:



dan zien we in elk geval dat over elke motor de spanning gelijk moet zijn. De weerstanden van de motoren moeten nog berekend worden om de klemspanning op elke motor te berekenen. 

Dus kom eerst eens met de LETTERLIJKE opgave. 
En open een nieuwe vraag voor je tweede opgave (die heb ik verwijderd), en dan ook graag letterlijk. Anders gaan er discussies door elkaar lopen en raken we dáár weer mee in de war.

Groet, Jan

Oh, en voor de volledigheid: het woord "spanningsverschil" in je titel is dubbelop: een spanning is zelf al een verschil, nl een verschil in potentiaal tussen twee punten in een schakeling. 
Neveil op 01 januari 2015 om 21:32
Jan van de Velde plaatste:

...//...

 dan zien we in elk geval dat over elke motor de spanning gelijk moet zijn. 

...//... 


Dank je voor de aanzet, ik heb nu inderdaad gevonden dat het twee keer eenzelfde spanning van 50V betreft. Maar hoe jij op voorhand d.m.v. je tekening al wist dat over elke motor de spanning gelijk moest zijn, dat begrijp ik niet.

De precieze bewoordingen van de opdracht waren als volgt: Een generator van 224V klem-spanning en int. weerstand van 0,1 ohm staat in kring met twee parallelle motors die elk 40A verbruiken. De heen- en terugleiding door de eerste motor heeft 0.1 ohm weerstand. De tweede motor staat verder en de weerstand van de heen- en terugleiding vanaf de eerste motor is 0,2 ohm. Gevraagd de klem-spanning van de beide motors.

Beste groet,
Neveil

Jan van de Velde op 02 januari 2015 om 11:08

Neveil plaatste:

Maar hoe jij op voorhand d.m.v. je tekening al wist dat over elke motor de spanning gelijk moest zijn, dat begrijp ik niet.

twee motoren staan parallel over dezelfde spanningsbron. Hoe zou het dan anders kunnen dat in beide gevallen de spanning gelijk is? Net als in onderstaande schakeling, zal over elke tak zal de spanning gelijk moeten zijn:



Neveil plaatste:


Dank je voor de aanzet, ik heb nu inderdaad gevonden dat het twee keer eenzelfde spanning van 50V betreft. 

ik heb geen idee hoe jij aan 50 V komt, maar dat klopt niet.

Neveil plaatste:

Een generator van 224V klem-spanning en int. weerstand van 0,1 ohm staat in kring met twee parallelle motors die elk 40A verbruiken. De heen- en terugleiding door de eerste motor heeft 0.1 ohm weerstand. De tweede motor staat verder en de weerstand van de heen- en terugleiding vanaf de eerste motor is 0,2 ohm. Gevraagd de klem-spanning van de beide motors.


dus ziet het er zó uit:



 


Elke motor:
  1. bepaal met behulp van U= 224 V en I= 40 A de totale weerstand van de motor plus de heen-en terugleiding.
  2. bepaal met behulp van die totale weerstand en de weerstand van de heen-en-terugleiding de motorweerstand,
  3. bepaal met behulp van het feit dat in een serie de spanning evenredig verdeeld wordt over de weerstanden de klemspanning van de motor

Groet, Jan

Plaats een reactie

+ Bijlage

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vraag te beantwoorden.

Roos heeft vier appels. Ze eet er eentje op. Hoeveel appels heeft Roos nu over?

Antwoord: (vul een getal in)