Tenorsax: subtonen

Onderwerp: Geluid, Trilling en golf

Hoe kun je de klank van een instrument veranderen?

Iedereen hoort wel het verschil tussen bijvoorbeeld een trompet en een saxofoon. Maar ook tussen saxofoons onderling kun je goed het verschil horen, er bestaan namelijk saxofoons in verschillende soorten en maten. De vier bekendste saxofoons zijn (van hoog naar laag) sopraan, alt, tenor en bariton. In dit artikel gaat het over hoe je met dezelfde saxofoon je klank heel anders kunt maken. Door een blaastechniek die 'subtonen' worden genoemd, kan een saxofoon ineens heel anders gaan klinken. Subtonen komen het best tot hun recht op de tenorsax.

Om te weten waar je aan meet, willen we eerst laten horen wat een subtoon eigenlijk is. Op onderstaand filmpje wordt hetzefde nummer gespeeld en wordt halverwege de klank van de saxofoon veranderd. Je hoort in het begin een volle klank en daarna een wat heser geluid, een beetje zoefend. Bij het zoefende geluid worden subtonen gebruikt. Bij het spelen van subtonen breng je je kin iets naar voren en ontspan je je onderlip wat meer, in vergelijking tot de klassieke embouchure. We gaan het in dit artikel echter vooral hebben over het geluidssignaal dat je kunt opnemen.

Een bekende jazzstandard, gespeeld met volle klank (begin) en met subtonen

Meten aan subtonen

Met behulp van het programma Coach worden geluidsmetingen gedaan aan deze saxofoon. Het programma wordt zo ingesteld dat de meting start als het geluid een bepaalde sterkte heeft. Op het filmpje zie (en hoor) je de saxofonist een toon spelen. Wanneer hij zich naar de geluidssensor bij de computer buigt, start de meting. Op het filmpje zie je twee metingen uitgevoerd worden, een aan de volle klank en een aan de subtoon.

Het meten aan volle klank en subtonen. Je ziet de meting starten als het geluidssignaal sterk genoeg is.

Wanneer de metingen gedaan zijn, worden deze bewerkt in Coach. Om het makkelijk uit te kunnen lezen, krijgt elke meting een eigen grafiek met een eigen kleurtje. Je ziet de resultaten hieronder weergegeven. Het is makkelijk na te tellen dat het even veel trillingen zijn. In beide gevallen wordt 100 ms weergegeven en zien we dertien pieken. Het gaat dus om een toon met een frequentie van rond de 130 Hz.

Je ziet ook dat de volle klank een meer grillige vorm heeft dan de de subtoon, de subtoon lijkt wat regelmatiger.

De meetwaarden van de volle klank (boven) en de subtoon (onder).

De frequentie-analyses van volle klank en subtonen

Wanneer we de fourieranalyses van beide signalen bekijken dan zien we dat er enkele gemeenschappelijke frequenties zijn. Beide signalen geven een piek bij 130 Hz en bij 260 Hz. Je ziet echter ook dat de volle klank meer boventonen heeft. Zo heeft de volle klank pieken bij 520 Hz en bij 650 Hz , terwijl de subtoon daar geen pieken geeft. De klank van een subtoon is wat kaler. Het is overigens geen toeval dat alle gevonden pieken veelvouden zijn van 130 Hz. Omdat 130 Hz de grondfrequentie is, kan elk veelvoud van 130 als boventoon optreden. De combinatie van grondtoon en boventoon (en de verhouding waarin deze tonen aanwezig zijn) bepaalt de klank van het instrument. Het is natuurlijk een kwestie van smaak welke klank jou het meest aanspreekt.

De frequentiespectra van een volle klank en een subtoon

Ben Webster: koning van de subtonen

Bovenstaande filmopnames zijn ingespeeld door de auteur van dit artikel om het verschijnsel subtonen te demonstreren. Voor technisch goed uitgevoerd en smaakvol gebruikte subtonen te horen, kun je misschien beter naar andere saxofonisten luisteren. De tenorist Ben Webster maakt in zijn spel veel gebruik van subtonen. Op youtube kun je veel van hem vinden en misschien staat er ook wel wat in de CD-kast (of platenkast) van je ouders. Hieronder alvast een fragment van Ben Webster.

Ben Webster speel 'Solitude'